Het mysterie van een oude foto van Bavel
Het moet een heerlijke zomerse dag geweest zijn in Bavel. Eind 19e eeuw. De bomen staan vol in blad en de zandweg is droog en stoffig. We zien hier vermoedelijk het begin van de Seminarieweg. In het pand rechts van de weg zou dan in de 18e eeuw de herberg Het Haantje gevestigd geweest zijn.
Een fotograaf heeft zich geïnstalleerd met zijn splinternieuwe inklapbare houten balgcamera op een groot statief. Zon camera moet in die tijd in Bavel iets heel bijzonders zijn geweest. Hij staat onder een zwarte doek en kijkt door de lens om alles goed in te stellen voor het belangrijke moment. Bij wijze van proef maakt hij een foto van de bewoners aan het begin van de Seminarieweg. Het was duidelijk nog niet de tijd van de snelle selfies.
Is deze fotograaf iemand uit Bavel die het sociale leven op de gevoelige plaat wilde vastleggen? Een voorganger van Johan van Ginneken, die in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw hetzelfde deed met een filmcamera? Het kan ook zijn dat er op deze dag iets erg belangrijks gebeurde in het rustige boerendorp. De fotograaf is speciaal uit de stad gekomen met zijn koetsje of op de fiets om een foto te maken voor de krant.
Maar wat zien we nu precies? De foto straalt een enorme rust uit. Staat men hier gezellig buiten om van het mooie weer te genieten na het middagmaal? Nee, er is iets meer aan de hand. Het is duidelijk geen gewone werkdag. Iedereen ziet er op zijn zondags uit. Keurig gekleed met nette schoenen aan, geen doordeweekse klompen. Opvallend hoe serieus iedereen kijkt, zelfs de jonge kinderen. De vaderfiguur in de deuropening geniet van zijn pijpje. De twee keurig geklede dames houden de kinderen goed in de gaten. Zij zijn zich bewust dat er een foto van hen wordt gemaakt. Iets heel bijzonders in die tijd.
Maar waar wacht men nu op? Dat wachten duurt kennelijk erg lang want de kinderen zijn er maar bij gaan zitten. Maar het wachten zal snel beloond worden. Als je goed kijkt langs het karrespoor naar het eind van de straat zie je iets vreemds. Je ziet witte gewaden en daar steekt een kruis bovenuit. Klinkt er muziek van de harmonie in de verte? Gaat het hier om een processie? Misdienaren in het wit, of meisjes gekleed als bruidjes in het wit?
Dan zou het 15 augustus kunnen zijn, Maria-Hemelvaart. Gaat het om het feest van de inwijding van de nieuwe kerk? Die werd gebouwd in de jaren 1885 tot 1887 en in mei van dat laatste jaar ingewijd. Nadat in 1853 in Nederland de katholieke hiërarchie is hersteld en er weer bisdommen met bisschoppen zijn, wordt in 1855 de bestaande parochie van Bavel bevestigd door de Bredase bisschop Mgr. Van Hooydonk. De oude parochiegrenzen blijven praktisch gehandhaafd. Naast de heilige Brigida krijgt de parochie nu als eerste patrones Onze Lieve-Vrouw en de kerk wordt de kerk van Onze Lieve-Vrouw ten Hemelopneming of ook wel Heilige Maria-Hemelvaart genoemd.
Wel is bekend dat de foto van rondom de jaren 1890 moet zijn.
Een raadsel blijft het. Misschien zijn er mensen in Bavel die iets meer weten over deze periode? Laat het ons weten. Het museum Paulus van Daesdonck en de Heemkundekring is steeds op zoek naar historische feiten in onze omgeving.
Breda barstte uit zijn voegen
Dit fraaie historische huis met haar evenwichtige, enigszins strenge, symmetrische voorgevel vinden we aan de Ulvenhoutselaan in het Ginneken. Het pand heeft een uitstraling die misschien wel erg goed past bij de eigenaar in de 19e eeuw. Hendrik Gerard Seelig, de bekende commandant van de KMA van1836 tot 1852, woonde hier vele jaren. Ondanks dat hij militair was in hart en nieren was hij een zeer zachtmoedig mens die bekend stond om zijn eenvoud en kalme uitstraling. Hij was meer wetenschapper dan militair. Het onderwijs aan de cadetten lag hem zeer aan het hart.
De vestingstad Breda barstte in die tijd uit zijn voegen. Daarom werden in het midden van de 19e eeuw vestingwerken gesloopt. Mensen die het zich konden veroorloven gingen buiten "de benauwde veste" wonen. Het Ginneken werd een geliefde plek. Dit pand is een van de fraaie voorbeelden van deze ontwikkeling.
Het is geen toeval dat een officier van de KMA hier kwam wonen. De garnizoensstad Breda stond letterlijk bol van militaire activiteiten.
De KMA werd in 1826 gevestigd in het Kasteel van Breda. De Kloosterkazerne was een infanteriekazerne die in 1814 werd gevestigd in het het voormalige Norbertinessenklooster Sint Catharinadal. De Chassekazerne herbergde het Cavalerieregiment en was vooral bekend om "de lange stallen" met meer dan 250 briesende en dampende cavaleriepaarden. De Seeligkazerne had als basis het Klein Arsenaal dat uit de 17 eeuw stamt en werd in 1836 vernieuwd. De Trip van Zoutlandkazerne werd als laatste gebouwd in het begin van de 20e eeuw.
Zo'n overdaad aan militairen in een klein stadje moet een grote impact hebben gehad op het dagelijkse leven. Zowel economisch als sociaal en demografisch.
Zoveel duizenden soldaten moeten eten, zich kleden en vermaken. Naast het burgerpersoneel op de kazernes zal menig middenstander in de stad een goede boterham verdiend hebben aan het leger. Vooral de toeleveranciers van de enorme hoeveelheden voedsel die dagelijks nodig waren. Ik kan me nog de kleermakers op de Grote Markt herinneren. Zij waren gespecialiseerd in militaire gala uniformen en sabels voor de officieren . De pettenfabriek Mol, aan de Speelhuislaan, had ook connecties met het leger. Daarnaast waren er thuiswerksters die epauletten, schuifpassanten en emblemen maakten van gouddraad. Tot in onze tijd zijn de kroegen en cafés vaak bomvol met KMA cadetten en gewone soldaten. De Bredase jongens moeten in al die jaren veel concurrentie ondervonden hebben van deze geüniformeerde branieschoppers. De testosteron balans was duidelijk niet in evenwicht in de stad.
Heeft U nog herinneringen aan deze tijd en misschien leuke verhalen? Laat het ons weten, wij zijn er dol op en willen ze graag op onze website plaatsen. Mail ons via info@paulusvandaesdonck.nl
"en moeder de pap is aangebrand"
Ik maakte voor het eerst kennis met het Bredaas volkslied "te midden van de Paarse Heide" in het begin van de jaren vijftig. Een lied uit de jaren 20 van Louis de Moree, de kapelmeester van "het zesde". Dit was de beroemde militaire kapel in Breda van het zesde regiment infanterie. Tony Smits van Waesberghe schreef de tekst. Hoe Bredaas kan het zijn. In die jaren 50 werden er grote samenzangfestijnen, met honderden leerlingen van de lagere scholen, georganiseerd op de Grote Markt. Aubades voor de burgemeester van de stad vanwege Koninginnedag. Voor ons was het altijd een feest als we met alle leerlingen van de Christus Koning school vanuit de Belcrum naar de Grote Markt liepen. Het was als een reis naar het buitenland. De Belcrum was nog geen integraal deel van Breda. Alles boven de spoorlijn was ver weg. Althans zo voelde het voor ons. Het was een gezellige kinderrijke buurt en ik heb er een heerlijke jeugd gehad. Yuppen waren er nog niet te bekennen en bakfietsen werden gebruikt door de venters die regelmatig door de wijk fietsten. Wat me het meest is bijgebleven dat steevast het concert werd beëindigd met het Paarse Heide lied. Dit werd dan door ons spontaan en uit volle borst afgesloten met de onvergetelijke woorden "en moeder de pap is aangebrand, en zet 'm maar aan de waterkant want ik lust geen aangebrande pap."
Dit alles tot grote woede van de onderwijzers en de aanwezige notabelen. Iedere keer werden we hierop aangesproken dat dit toch echt nooit meer mocht gebeuren. Dit moet de eerste vorm van opstand van de jeugd zijn geweest in dit pre-nozem tijdperk. De notabelen wisten nog niet wat hen te wachten stond in de jaren 60.
In de jaren 70 kwam De Paarse Heide weer terug op de Grote Markt. Bij de openingen van het jazzfestival kwam het altijd terug maar nu gespeeld in een jazzy versie door vele jazzorkesten.
In die tijd moest ook aan mijn muziekleraar denken. Hij was een militaire beroepsmuzikant die zijn muziekleven lang in het 6e speelde en vaak vanaf de Kogelvanger op de Galderse hei naar de kazerne moet zijn gelopen om de infanterie na een oefening in marstempo naar huis te brengen. Ook hij was een man van discipline en zijn pianolessen waren echte driloefeningen. Ik voel het aanwijsstokje nog.
Dit alles kwam bij naar boven naar aanleiding van deze foto. Een niet spectaculaire foto maar voor veel mensen uit Bavel zeker ook een jeugdherinnering. Het gaat hier om het snoepwinkeltje van Toosje van de Hei. Zij woonde op De Bavelse hei, op de Roosberg. Als dit voor jou ook herinneringen oproept, schrijf ze op en stuur ze naar info@paulusvandaesdonck.nl. Doen!
Wij verzamelen graag verhalen uit het verleden en zullen ze op onze website plaatsen.
De Sint-Annakapel van Heusdenhout
Een zaalkerkje, mooi in al zijn eenvoud. Op deze foto nog te midden van boerderijtjes. Tegenwoordig gelegen in een nieuwbouwwijk.
500 jaar geleden gebouwd aan een brede invalsweg van Breda. Hierbij moet je denken aan meerdere karresporen naast elkaar.
Het was in een belangrijke periode van de stad. Hendrik III van Nassau was Heer van Breda. Hij stootte Breda op in de vaart der volkeren en bouwde een Renaissance paleis, legde het Mastbos aan en begon met vestingwerken.
Aanvankelijk een rustig kerkje voor de bewoners van het gehucht Heusdenhout.
Tot aan de z.g. Furie van Haultepenne. De Spaanse legeraanvoerder Claude de Berlaimont pleegde een zeer wrede aanslag op de stad. De stad werd geplunderd. In een nacht werden 584 inwoners gedood, waaronder veel vrouwen en kinderen. Ook werd de Sint-Annakapel zwaar beschadigd en de rijke inboedel verdween of werd vernietigd. Een vergelijking met het huidige Midden- Oosten dringt zich op.
Na de inname van de stad in 1590 door Prins Maurits werd de kapel teruggegeven aan de parochianen. De kapel werd hersteld en deed vanaf die tijd ook dienst als schoolgebouw.
Na de Vrede van Munster in 1648 ging de kapel over in protestantse handen. Er waren echter nauwelijks protestanten zodat het gebouwtje werd verwaarloosd en uiteindelijk gebruikt als paardenstal.
In 1921 kwam het weer in bezit van de parochie van Heusdenhout. In de jaren 30 daarna werd het volledig gerestaureerd.
Een roerige geschiedenis, maar die is nog niet voorbij. Tegenwoordig worden er kraters geslagen in het kerkelijke landschap. Desondanks staat het daar nog steeds heel parmantig. Kennelijk hebben wij diep in ons hart nog wel een plekje voor een klein Brabants kapelletje. Laten we het zo houden in de komende 500 jaar.
Een gezond en historisch 2019 toegewenst door het Bestuur van de Heemkundekring Paulus van Daesdonck. Tot ziens in ons museum.
Terrasjeszomer
Afgelopen zomer op een terrasje. Old Market House. Heerlijk gelegen aan het beroemde vissershaventje van Brixham. Een natuurlijke haven, omringt door fishermans cottages in vele kleuren. Recht voor ons een indrukwekkend wit hardstenen standbeeld. Willem III van Oranje in vol ornaat .Hij stapt aan land op 5 november 1688 tijdens de Glorious Revolution. Engelands vrijheid door Oranje hersteld staat in het Nederlands op de zijkant gegraveerd. Aan de andere kant staat Ik zal handhaven Hij landde hier met 3000 schepen en 15000 manschappen. De vrij steile weg die naar een hoger gelegen vlakte leidt heet nog steeds Overgang. Een duidelijk Nederlandse naam. Daarboven op Furzeham was het legerkamp gestationeerd.
Tijdens het genieten van een echte Devon Cream thea maakte ik toevallig kennis met een militair historicus . Hij was gespecialiseerd in W.O. II en was docent geweest aan de Royal Military Academy Sandhurst. Na zijn pensioen werd hij conservator van het museum Brixham Battery Heritage Centre. Een door vrijwilligers gerund museum met een hoog Dads Army gehalte. Voor liefhebbers de moeite waard om eens te bezoeken als je in de buurt bent.
Op dit terrasje moest ik aan het terras van de Fazanterie denken in het Ulvenhoutse bos. Er ligt namelijk een link met het Oranjehuis. Dit terras ligt aan de Annadreef. Hoogst waarschijnlijk vernoemd naar Anna van Buren. De eerste echtgenote van Willem van Oranje. Anna was zijn grote liefde. Zij werd slechts 25 jaar.
Er is nog steeds discussie waarom deze dreef later in de 19e eeuw Sint Annadreef wordt genoemd. In het verlengde hiervan ligt een van de langste dreven in de bossen rond Breda. Nu komt stadhouder Willem III weer in beeld. Zijn moeder Mary Stuart was Princess Royal. In het Nederlands Prinses Royaal. Vandaar de naam Royaal dreef. Willem III werd later zelf ook koninklijk als koning van Engeland, Ierland en Schotland. King Billy zoals hij genoemd werd.
Bijgaande foto laat de voormalige uitspanning café De Faisant zien. Dit lag tegenover de huidige Fazanterie. Buiten deze foto is er weinig informatie te vinden over dit cafeetje. Maar misschien zijn er onder onze lezers mensen die wel meer kunnen vertellen over de geschiedenis van dit Ulvenhouts café. Wij zijn benieuwd.
Molengracht
Officieel werd Breda op 29 oktober 1944 bevrijd van de Duitse bezetters. Dit werd natuurlijk uitbundig gevierd. Helaas werd rondom ons heen nog volop strijd geleverd, zolang de capitulatie nog geen feit was. In het half jaar dat dit nog duurde lagen wij in de aanvliegroute van Londen en de haven van Antwerpen. Gebieden die een belangrijk strategisch doelwit waren voor de Duitsers. Overdag werd er genoten van de vrijheid maar s nachts lag menigeen angstig te luisteren naar het zoemend en sputterende geluid van de onbemande V1 straalvliegtuigen met bomkop en later de V2 raketten. Van de Amerikanen kregen zij de bijnaam Buzzbombs. Men wist dat als het geluid ophield er weer een naar beneden zou komen met zijn dodelijke lading. Daarom werd toen vaak een schietgebedje gebeden dat luidde Onze Lieve Vrouwke gift m nog een douwke. In de donkere nacht van 22 januari 1945 was er dubbel onheil. Enige tijd daarvoor was al een huis in Heusdenhout getroffen en vernield maar er waren geen slachtoffers. Het gezin met 5 kinderen vond tijdelijk onderdak bij buren aan de Molengrachtstraat in de boerderij op bijgaande foto. Het gastgezin had zelf ook 5 kinderen. In die nacht sloeg het noodlot toe. Een V1 trof het huis en de 10 kinderen en een tante kwamen om het leven. Een afschuwelijk drama.
De jaren daarna gaven weer welvaart, Nederland herrijst. Breda barstte uit zijn voegen. Heusdenhout werd vol gebouwd en aan de Molengracht speelde de jeugd van Jeka.
De raketgeleerden die de V1s ontworpen hadden waren na de oorlog van onze vijand naar onze vrienden overgebracht en bleven doorgaan met ontwikkelen. In de jaren 80 werden we geconfronteerd met de plaatsing van kruisraketten in ons land. Een groot deel van de bevolking kwam hiertegen in opstand. Treffend weergegeven door de tekening van politiek tekenaar van Opland. Het vrouwtje dat een raket wegschopt. Ondertussen zijn er nog steeds op vele plaatsen in de wereld kinderen die s nachts in schuilplaatsen luisteren naar het zoemend geluid. We zien de vreselijke gevolgen op tv. Nu zijn het drones die vanuit veilige bunkers bestuurd worden en overal naar toe geleid kunnen worden met hun fatale lading.
De kinderen uit Heusdenhout werden niet vergeten. Op initiatief van de toenmalig voorzitter van Heemkundekring Paulus van Daesdonck werd het graf gerestaureerd en na 70 jaar vond een herdenkingsmis plaats in de Laurentiuskerk in het Ginneken. Er kwam echter geen herdenkingsplaat.
Ondertussen was de jeugd van Jeka verplaatst naar een plek verder buiten de ring en lag er aan de Molengracht een grote kale vlakte te wachten op nieuwbouw. Een jaar na de herdenking verrees er langzaam een immens groot gebouw nabij de plek van 22 januari 1945. Geen gewoon gebouw maar een serene, mysterieuze zwarte doos zonder ramen.
Gods wegen zijn ondoorgrondelijk!
Ligt de Baronie van Breda in een berglandschap?
Nederlands bekendste filosoof Johan Cruijff zei al je ziet het pas als je het weet
Een belangrijke reden om je te verdiepen in onze lokale geschiedenis. Bijgaande foto heeft weer vele geheimen. Om hierachter te komen gaan we naar het Markdal. Het schitterende natuurgebied waar zoveel mensen dagelijks van genieten. Als we dit zouden bekijken in vogelvlucht vanaf Breda richting zuiden dan komen we erachter dat deze stad omgeven is door bergen. We passeren eerst de Zandberg en ter hoogte van het oertrouwe ooievaarskoppel De Bieberg. Verderop de Koekelberg en vlak tegen de grens De Goudberg. Nabij de A58 zien we Donken. De Daesdonck en de Schoondonck. In feite een historische naam voor hetzelfde, nl een zandverhoging in moerassig gebied. Deze verhogingen zijn zon 10.000 jaar geleden ontstaan tijdens de ijstijd en vormen geschikte plaatsen voor bewoning en landbouw. Er zijn in het Markdal bewijzen gevonden van bewoners uit de oertijd in de vorm van vuistbijlen en urnen.
Net voorbij het snijpunt van de Mark en de A58 komen we de 19e -eeuwse boerderij tegen die op bijgaande foto te zien is.
Hieraan is bijzonder dat een aantal ornamenten te zien zijn die teruggaan naar de middeleeuwen. In deze periode was landbouw de belangrijkste bron van welvaart. De landbouwgrond was in eigendom van de militaire of kerkelijke adel. In dit z.g. feodale stelsel of leenstelsel liet de hoge adel het dagelijks bestuur van een gebied over aan leenmannen. Zij waren de baas over de mensen die het laagst op de maatschappelijke ladder stonden, de horigen. Zij mochten land bewerken maar niet in eigendom hebben. Als pacht moesten zij een deel van de oogst afstaan aan de leenman. Een van de bekendste leenmannen in onze omgeving was Pauwels (Paulus) van Daesdonck, waar onze heemkundekring naar is vernoemd. Hij is waarschijnlijk de eerste eigenaar van kasteel Daesdonck en wordt in 1344 genoemd als leenman van de Heer van Breda. Dat was toen Jan III van Polanen. Leenmannen waren geen lieverdjes en wisten vaak met harde hand hun gezag te handhaven. Ook werden zijzelf op hun beurt ten tijde van oorlog opgeroepen mee te strijden voor de hogere adel waarvan zij vazal waren. Pas in de tijd van de verlichting werd het systeem van horigen afgeschaft. Het was te wreed en gemeen. Bovendien werden de steden belangrijker dan de adel en konden veel landbouwers daar werk vinden. De gilden kwamen in opkomst. Burgers maakten zich vrij van de adel.
Terug naar onze boerderij. Deze ligt op het landgoed van kasteel Daesdonck dat helaas volledig is afgebrand in 1832, tijdens de Belgische Opstand. Met de restanten is later een nieuwe boerderij gebouwd. De ornamenten in de topgevel en de hoekversieringen zijn de laatste overblijfselen van het kasteel.
De naam Daesdonck zou volgens sommige historici verwijzen naar een donk aan de A. De A is in die tijd een algemene naam voor een rivier en betekent stromend water. Er zijn vele rivieren in het Nederlandse taalgebied die A heten. Breda ligt aan de brede A. Een donk is perfect geschikt als vestigingsplaats voor mensen en voor landbouw. Vele plaatsen in Brabant eindigen op donk, bij voorbeeld Hazeldonk, Raamsdonk, Oeteldonk. Een van de eerste die reeds rond 1170 genoemd wordt is Hodunck (Hooijdonk?).
Houdt Vrouwe Fortuna een oogje in het zeil in het Ginneken?
Kleine onopvallende historische beelden kunnen soms een duidelijk inzicht geven in waar wij met zijn allen mee bezig zijn.
Een mooie zandstenen gevelsteen hoog in de nok van het appartementencomplex Het Fortuyn aan het begin van de Bavelselaan is daar een voorbeeld van.
Waarom daar en waarom zo hoog?
Daarvoor moeten we terug naar het jaar 1800. Begin januari van dat jaar kreeg de Ginnekense timmerman Hendrik Vermeulen de opdracht van de gemeente om een molen te bouwen aan de Nieuwe Baan (later de Bavelselaan) op de hoek van de Kerkhofweg. De bouw van Het Fortuyn kostte in totaal fl.10.500,- Het lijkt er op of in die tijd ook al een soort 1% regeling voor kunst bestond want boven de ingang werden fraaie gevelstenen geplaatst. Een onbekende kunstenaar/steenhouwer vond het niet nodig de in die tijd nog gebruikelijke zedig geklede patroonheilige af te beelden maar hakte een frivole afbeelding van de Griekse godin Vrouwe Fortuna uit in haar volle goddelijke glorie met om haar heen een sierlijk gedrapeerd molenzeil. De afbeelding zou niet misstaan in de Playboy. Het was een gemeentelijke opdracht dus werd zij links en rechts voorzien van de twee symbolen uit het wapen van de gemeente Ginneken en Bavel, het rooster van Laurentius en een koe. Op de tweede steen staat enkel het jaartal 1800. Ruim een eeuw heeft Het Fortuyn gedraaid op gratis en duurzame windenergie. Toen drong de industriële revolutie ook hier door en werd door de toenmalige molenaar Victor van de Reijt een grote dieselmotor aangeschaft. De wieken werden verkocht en langzaamaan verviel Het Fortuyn tot een bouwval en werd ze gesloopt. Behalve Vrouwe Fortuna. Zij werd van de ondergang gered. In 1926 werd aan het begin van de Bavelselaan een nieuwe maalderij gebouwd, het huidige Fortuynhof. De architect Constant van Dongen had in zijn ontwerp een plaatsje gemaakt voor de oude gevelsteen uit de gesloopte molen. Wij kunnen het na de seksuele revolutie van de jaren zestig niet meer voorstellen maar de pastoor van het Ginneken liet de plaatsing van het beeld enkel toe als het hoog boven in de geveltop zou gebeuren. Nauwelijks zichtbaar voor onschuldige kinderoogjes. Tijden veranderen. Maar geschiedenis herhaalt zich. Deze week las ik dat het huidige almachtige Facebook in haar algoritmische bijbel heeft geschreven dat kunstzinnige vormen van naakt niet toelaatbaar zijn op het beeldscherm. Vlaamse musea zijn in opstand gekomen tegen Marc Zuckerberg toen bleek dat Facebook een afbeelding van de Venus van Willendorf, een iconisch vruchtbaarheidsbeeldje van bijna 30000 jaar oud had verwijderd. Ook de Kruisafneming van Peter Paul Rubens werd geweerd omdat Jezus daarop niet meer dan een lendendoek aanheeft. Dat schoot hen in het verkeerde keelgat. De menselijke geest ontwikkelt zich kennelijk in een golfbeweging. Hetzelfde geld voor de technologische ontwikkeling. Honderd jaar geleden werd de windenergie afgeschaft en nu wordt onze skyline op veel plaatsen weer gedomineerd door enorme windmolens. Onze steenhouwer heeft met zijn creatie ruim 200 jaar geleden wel weergegeven wat belangrijk blijft in onze geschiedenis. De mens, de natuur en kunst. Over 100 jaar zal van het huidige appartementencomplex waarschijnlijk alleen de gevelsteen nog bewaard zijn en kunnen de windmolens ook weer verdwenen zijn.
Station Bavel
Deze keer een schitterende oude foto van een heel fraaie eeuwenoude Brabantse langgevelboerderij met een intrigerend verhaal. Vanouds stond deze boerderij langs een belangrijke postroute.
Op een oude postroutekaart uit 1810, in opdracht van het napoleontisch Depot-General van Oorlog, staat hij al getekend als post. Een postroute is een vaste route langs verschillende posten. Hier stopte regelmatig de postkoets. Een grote diligence met 4 of soms zelfs 6 paarden. De paarden, de koetsier en de bijrijder konden hier wat drinken en rusten. De reizigers stapten in of uit. Er werd geladen of gelost. Paarden konden worden gewisseld als dat nodig was.
Koeriersdiensten
De grondslag voor dit systeem van postkoetsen was al in de romeinse tijd gelegd. Maar in de Middeleeuwen, sinds 1489, verzorgden de adellijke families Von Thurn und Taxis in opdracht van keizer Maximiliaan I een netwerk van koeriersdiensten door een groot deel van Europa. De TGV avant la lettre.
Sinds de 18e eeuw slaagde het diligencebedrijf van Gend en Loos uit Antwerpen erin haar netwerk ook in Nederland steeds verder uit te breiden. Tot voor kort een zeer bekende naam op onze wegen.
Spektakel
Het moet geregeld een geweldig spektakel geweest zijn als op gezette tijden die hoge, volgepakte diligence langs kwam.
Stel je voor. Een droge zandweg in de buurt van een stil boerendorp op een zeer zomerse dag. Plotseling het geluid van hinnikende paarden, krakende wielen, het luide ho ho ho, zwiepende zweepslagen. De enorme postkoets komt met geweld tot stilstand. Een Pickwick moment. De postiljon en zijn bijrijder moeten mannetjesputters zijn om dit alles onder controle te houden. Mensen lopen naar buiten vol verwachting. Wat heeft de postkoets nu als verrassing? Wat is de vracht deze keer? Er is nog geen track and trace systeem. Stoffige reizigers stappen uit en zijn toe aan een moment van rust, een koele kruik met bier uit eigen brouwerij. De dames rennen naar het toilet, nou nee naar de plee. De postiljon hoeft niet te staken voor 5 minuten plaspauze tussen de ritten, hij neemt de tijd.
De paarden staan dampend, met schuim tussen de billen, een emmer water leeg te slobberen en krijgen een zak met haver. Even is de post vol leven en energie. Als later de koets vertrokken is herinneren alleen een paar flinke hopen paardenmest nog aan deze happening. Als dank voor het aangenaam verpozen&& Maar ook hier weet men raad mee. De moestuin heeft nodig mest nodig. De kringloopeconomie en recycling bestaat al eeuwen!
Bavelse buitenpost
Conclusie: Breda heeft nu een internationaal station maar Bavel had dit al in de 18e eeuw.
Weet U nu waar zich dit allemaal afspeelt? De boerderij, annex brouwerij, herberg bestaat helaas niet meer. In 1944 tijdens oorlogshandelingen volledig verwoest.
Wij zijn benieuwd of U meer over deze buitenpost weet te vertellen? Graag Uw schriftelijke reactie naar info@paulusvandaesdonck.
Boerderij in Bavel speelde rol in beruchte 18e eeuwse geschiedenis
In onze rubriek Zoekplaatje hebben we deze week een foto van een boerderij aan de Roosbergseweg 4 in Bavel.
Rond 1760 was hier Adriaan van Campen werkzaam als knecht. Hij zou in 1787 terecht zou staan als roemruchte crimineel in het proces van de eeuw te Breda.
In 1746 werd hij geboren als bastaardzoon van de Baarlese schepen Peter van Campen en diens meid Jacomijna Willemse.
Vanaf 1770 trok hij een spoor van ellende langs Breda, Bavel, Ginneken, Ulvenhout, Oosterhout en Dongen
Hij stond daarom bekend als de Schrik van de Baronie en was berucht om zijn afpersingspraktijken . Wanneer hij geen geld kreeg stak hij bezittingen van zijn slachtoffers in brand. Ook op deze boerderij in Bavel heeft hij brand gesticht.
Zijn leven eindigde op het schavot op de Grote Markt van Breda voor het stadhuis. Het was het laatste vonnis dat op middeleeuwse wijze werd uitgevoerd. Allereerst werd zijn hand afgehakt, daarna werd hij geradbraakt en tot slot werd hij onthoofd. Zelfs voor die tijd een ongewoon zware straf, temeer omdat hij zelf niemand had gedood en alles had bekend. Omstanders waren verbijsterd door de wreedheid van de terechtstelling. Het zwaard waarmee hij werd geëxecuteerd is nog steeds in de collectie van het Stedelijk Museum Breda.
Er is veel onderzoek gedaan naar de handel en wandel van deze Brabantse rover In 2012 is een schitterend boek hierover verschenen, geschreven door 2 nazaten van hem, Karel van Campen en Frank van Gils.
Mocht U meer willen weten over deze gewelddadige geschiedenis uit onze streek dan kunt U altijd terecht in ons museum Paulus van Daesdonck.
Waarom werd Dennenlaan veranderd in Teychinélaan?
Een oude foto brengt altijd vragen met zich mee.
Zo ook bijgaande foto van het Ginneken.
Je ziet hier de Dennenlaan van voor 1930. Deze laan kwam toen uit op Boschlaan. Allemaal zeer logische namen aan de rand van het Mastbosch.
Deze Boschlaan was oorspronkelijk de steenweg naar Princenhage.
Waarom zijn deze namen veranderd in Teychinélaan en Duivelsbruglaan? Wij weten het niet. Er zullen echter zeker lezers zijn die dit wel weten. En daar zijn wij naar op zoek? Wie kan ons hierbij helpen?
Wie heeft er verhalen en anekdotes over deze laan?
Naar aanleiding van het artikel betreffende Teychinelaan in de Bode van 20 juni deel ik u het volgende mede.
Volgens de beschrijving in het boek de straten van Breda van Gerard Otten is de naam Dennenlaan na de annexatie van 1942 op verzoek van de familie Teijchine omgedoopt in Teijchinelaan.
Louis Desire Teijchine ( 1809 - 1888 ) was stadssecretaris van Breda van 1848-1888 .
Met vriendelijke groeten,
J.G. Dielissen
Steenstraat-Annevillelaan Ulvenhout
We kijken hier vanuit de Ulvenhoutse Dorpstraat in de richting van een straat die tot de18e eeuw Steertstraat heette. De naam Steert stond in de middeleeuwen voor langwerpig stuk land (een staartje land). In de18e eeuw verbasterde de naam tot Steenstraat. Van 1947 tot 1963 was de officiële naam Steenstraat. Daarna werd deze naam gewijzigd in Annevillelaan. Een kwestie van upgrading waarschijnlijk. Het boerendorp Ulvenhout veranderde langzaam in forenzenplaats. Het fraaie kruisbeeld is jammerlijk verdwenen. Links achter dit kruisbeeld zou later de garage van Hooijdonk komen, die intussen ook weer verdwenen is. Op deze plaats is recentelijk Annevillehof gebouwd, een kleine wijk met verschillende woonvormen.
Wij zijn benieuwd of U ons meer weet te vertellen over de achtergrond van deze foto? Uit welk jaar zou deze foto zijn en wie woonde er in deze huizen? Wat doet de militaire truck daar? Graag Uw reacties naar info@paulusvandaesdonck.nl
Steenstraat-Annevillelaan Ulvenhout
Reactie 30 mei 2018:
Naar aanleiding van de foto over de Annevillelaan het volgende. Ik ben geboren in toen de Steenstraat (1948) op nummer 6 rechts op de foto. Daar stonden 3 huisjes. Deze waren in bezit van mevrouw Klaasen. Zij woonde op de hoek Dorpstraat Steenstraat. Dit is nu een kledingzaak. Links woonde boer Oonicks. Deze had grond aan de Pennendijk. Het legervoertuig op de foto is volgens mij een reparatievoertuig wat door garage van Hooydonk toen gerepareerd werd
Op nr. 2 woonde fam. Kerkhof en op nr. 4 Cristiaansen -van de Aa. Op nr. 6 woonden wij Fam. de Brouwer en op nr. 8 Fam. van Gils. Op nr.10 Fam. Raats en op nr.12 Fam. Schets.
Hierbij de foto van huis nr. 2 en nr. 6 die hier nog bewoond zijn. Nr. 4 is was toen de opslag van Emiel van Gils de aannemer en eigenaar. Later heeft hij alle 3 de huisjes gesloopt en nieuwe geplaatst.
Mevr. P.C.M. de Brouwer
Afgelopen week zijn wij geïnformeerd dat het kruisbeeld dat vroeger op de hoek Dorpstraat Annevillelaan te Ulvenhout stond tegenwoordig op het kerkhof aan de Dorpstraat staat. Dit blijkt inderdaad te kloppen.
Mevrouw Nel Verhulst-van Gils ( 93 jr) belde dat de drie huizen aan de zuidzijde op deze foto gebouwd zijn door haar vader aannemer Jan van Gils in 1924.
Noodboerderij bij de Kippenbrug
Naar aanleiding van een foto van de Kippenbrug in het Markdal (van HANS CLAESSEN) bij het artikel over Bredase sleep- en vrachtschipmatrozen van Rinie Maas kwamen wij uit bij een andere foto.
De oorspronkelijke boerderij van Van Haperen die U op op de eerste foto zag werd in de oorlog in brand geschoten. Na de oorlog werd op de oude fundamenten een noodboerderij gebouwd. Hierin woonde Kaat van Haperen, destijds de bekendste boerin van het Ginneken en omstreken.
In 1951 werd een nieuwe boerderij gebouwd, iets verder van de brug af. Tegenwoordig is dit het kantoor van Staatsbosbeheer. Tegenwoordig ook bekend vanwege het ooievaarsnest dat de laatste jaren in het voorjaar bewoond door een koppel vruchtbare ooievaars. Voor menigeen reden om van de fiets te stappen en fotos te maken.
De huidige ontwikkelingen in het Markdal zijn fantastisch. Voor ons als Heemkundekring is echter ook de historie interessant. Mocht U nog verhalen of fotos uit het verleden hebben van het Markdal dan zijn wij bijzonder geinteresseerd.
Sulkerpad en de Reeptiend = Voetpad van Ulvenhout naar het Mastbos
Onlangs ontving het museum Paulus van Daesdonck een aantal fotos van de Reeptiend. Een daarvan, die U hiernaast ziet laat U het bruggetje over de Mark zien vanaf de Ulvenhoutse kant van de rivier. Het verbind de Reeptiend met het Sulkerpad. (Sulker is een verbastering van zuring)
Historisch werd het Sulkerpad en de Reeptiend aangeduid als het Voetpad van Ulvenhout naar het Mastbosch, met een vondel over de rivier de Mark. Een vondel is een loopbruggetje, slootplank, vlonder of vonder.
Je ziet op de achtergrond een typisch Brabantse langgevelboerderij met bakhuis. Dat is het Nuwenhuys. Een pand dat er al stond in de twaalfde eeuw maar dat de laatste jaren heeft leeg gestaan. Het is echter onlangs weer volledig gerestaureerd. De boerderij heeft een bijzondere bestemming gekregen, nl. Het bevorderen van de interactie tussen mensen met en zonder beperking. Een schitterend initiatief.
De bijgaande foto dateert uit 1936 en toont een betonnen smalle brug, bekend als het kippenbruggetje. Wij zijn benieuwd naar verhalen over het kippenbruggetje. Mocht U nog bijzondere verhalen of gebeurtenissen kennen, uit eigen ervaring of van horen zeggen, dan willen wij die graag van U horen. U kunt ons mailen via info@paulusvandaesdonck.nl
U kunt ons ook vinden in het Paulusmuseum aan de Pennendijk 1 te Ulvenhout. Tot ziens!
Reactie 09-06-2018:
Hallo Paulus van Daesdonck ,
Met grote letters zag ik in de Bode : Kippenbruggetje aan de Reeptiend. Maar het Kippenbruggetje ligt aan de Bieberglaan , het was een houten bolle brug. In mijn herinnering althans . Ik speelde daar vaak met mijn neefjes en nichtjes , Nog jong , ronde 5 , 6 , jaar of nog iets jonger .
Mijn of onze grootouders woonden nl. in de Bieberglaan.
Verder weet ik niet veel te vertellen , wel dat er een fietspad ( zand ) liep en dat kwam op de Galderseweg uit. Jammer dat het verdwenen is .
Ook de hond van mijn opa ging vaak mee en zwom in de Mark . Opa trainde hem en ik was dol op Dion en Dion op mij. Het was een soort verbastering van een Duitse Herder.
Dit is wel nog leuk om te vertellen . Kijken of Dion mensen kon redden uit de Mark. Opa en wat familie of buren hadden een rieten pop gemaakt. Was aardig gelukt . Pop in de Mark gegooid , ja riet gaat zakken , dus vlug Dion erbij gehaald , die schoot het water in , maar de pop was inmiddels zo zwaar , dat het een heftige klus werd voor Dion . Met al zijn kracht heeft hij de pop uiteindelijk op het droge gekregen. Dit zal ik nooit vergeten , Dion was bekaf , een goede trouwe maat .
Dus Kippenbruggetje , vroeger en nu , aan de Bieberglaan .
Zou het de Scheele Brug zijn aan de Reeptiend , dat weet ik niet , maar die moet er ook nog zijn.
Groeten , en ik kom vast nog eens in jullie museum kijken .
Mieke van Dijk.
Reactie 10-06-2018:
Beste mensen,
Inmiddels ben ik bijna 73 jaar en ik heb mijn leven lang in deze omgeving gewoond. Wij noemden uw kippenbruggetje Smeekensbruggetje, verwijzend naar de boer Smeekens aan de Reeptiend.
De Bieberg had wel een echt kippenbruggetje. Dit is inmiddels weg.
Ik ben benieuwd naar uw reactie.
Met vriendelijke groet,
CB
Reactie 11-06-2018:
Smalle simpele bruggetjes, vaak maar een balk met een leuning, werden al gauw een kippenbruggetje genoemd. Dat zie je in heel het land. Zo zal het zeker ook bij de Mark geweest zijn. De buren gaven er soms een eigen naam aan. Zo is het te begrijpen dat het bruggetje aan de reeptiend smeekensbruggetje werd genoemd, naar de familie Smeekens op de boerderij er vlak bij.
Het waren altijd kleine bruggetjes, ook wel voetbrug of loopbrug genoemd. Niet bedoeld noch geschikt voor vee, karren of iets dergelijks. Als zon bruggetje of brug later vervangen werd door een steviger exemplaar bleef dikwijls de oude naam, kippenbrug, gehandhaafd.
Over de mark waren er op meer plaatsen dergelijke bruggetjes. Dat zie je goed op de bekende wandelkaart voor Ginneken en omstreken. Op die kaart staan loopbruggetjes aangegeven bij de Bieberg, sulkerpad, bij boerderij schoondonk, en Heerstaaien. Over de Mark waren alleen de duivelsbrug in het Ginneken en de schele brug bij Daasdonk stevige vaste bruggen en bij de grens.
Dus de bruggetjes over de mark zullen misschien wel allemaal kippenbruggetje genoemd zijn .
Groet,
Ben
Ceintuurlaan en Nassauplein gezien vanaf Oranjeplein in de jaren 30
Toen in Breda het tracé van de Zuidelijke Rondweg omstreeks 1930 vaststond, werd begonnen met de bebouwing van de parallelwegen. De nieuwe straat tussen het Oranjeplein en de Ploegstraat kreeg de naam Ceintuurlaan. Na de bevrijding werd deze gewijzigd in Franklin Rooseveltlaan. Tot in de jaren zestig bleef het een riante woonstraat, met een breed plantsoen in het midden. De doorbraak naar het Oranjeplein kwam tot stand in de jaren 1934-1937, door afbraak van de huizenrij aan de oostzijde. Op deze foto zien we het Saksen Weimarplein, dat echter van 1933 tot 1942 Nassauplein heette. In de jaren 60 werd de bijzonder fraaie laan getransformeerd tot de Zuidelijke rondweg. Een snelweg dwars door de stad die heden ten dage nog steeds tot politieke conflicten leidt. Het gaat daarbij in de gemeenteraad over ondertunneling, geluidswering en luchtvervuiling.
Maar het begon als volgt: De Ceintuurlaan was in 1930 ontworpen als een parkway naar Amerikaans voorbeeld door ing. W.F. Schaap als onderdeel van het gemeenschappelijk uitbreidingsplan van Breda, Ginneken en Bavel. Eind 19e eeuw werd in New York de eerste parkway aangelegd met gescheiden banen voor voetgangers, fietsers, ruiters en koetsen. Het idee van een parkway werd later in vele plaatsen overgenomen, Meestal werd dan het centrum van de stad verbonden met parken via een plezierige weg. Dit gebeurde In de jaren 30 in de V.S. als onderdeel van de New Deal, een economisch stimuleringsprogramma. Het antwoord van President Roosevelt op de economische en financiële crisis die in 1929 begon na de beurskrach van New York. Het einde van the roaring twenties.
Historische foto Molenhuis Het Fortuyn Ginneken
Onlangs ontvingen wij een fraaie foto uit 1955 van een pand in het Ginneken dat in 1962 is gesloopt. Het gaat om het molenhuis van de molen Het Fortuyn aan de Kerkhofweg. Mocht U nog fotos hebben van panden die verdwenen zijn in onze regio dan zijn wij daar erg in geïnteresseerd.
Zoekplaatje
Wij ontvingen bijgaande foto met de vraag waar is dit dorpsgezicht? De meningen waren verdeeld. Kloosterstraat Bavel, Dorpstraat Ulvenhout, De Dreef op Meerseldreef? Blijkt dat deze dorpen veel op elkaar leken in die tijd. Dankzij Johan Bastiaansen die geboren is in het witte pand links op de foto weten we nu meer en is het mysterie opgelost. Het is inderdaad een foto van Meerseldreef. We zien hier het eind van de Dreef tegen de grens aan. Rechts vooraan is het kruidenierswinkeltje van Jef Verbaeten. Dit is later afgebroken en daar heeft Toon de Smid achter in de tuin een huis gebouwd. Daarachter het huisje van Madeleine en Eugene Cordenier. Die kwamen uit Brussel. Op het eind van de Dreef tegenover cafe Moskes de schuur van de Smid. Deze stond op de grensovergang. Net voor de schuur was de fietsenwinkel annex sanitair van Jan Vink. In het huisje vooraan links woonde Jan van Riel, landbouwer. Het witte huis daarnaast was cafe De Drie Linden, dit is nu een woonhuis.
Dorpsroddel in het Ginneken
Deze keer hebben we een schitterende foto van een roemrucht gebouw in het Ginneken van vroeger.
Amicitia
Dit prachtige gebouw stond van 1888 tot 1936 in de Wilhelminastraat te Ginneken, op de plaats waar nu het voormalige postkantoor aan de Ginnekenweg 285 te vinden is. Amicitia werd opgericht als sociëteit, maar na enkele jaren wordt het een café-restaurant, waar vele Ginnekense verenigingen thuis zijn. In de nacht van 7 op 8 juli 1936 brandt het gebouw af.
Al gauw doet het gerucht de ronde dat er sprake zou zijn van brandstichting. Het bewijs: Harmonie Concordia heeft de avond voor de brand nog in Amicitia gerepeteerd en toevallig hebben alle leden hun instrumenten mee naar huis genomen. Onzin, zeggen anderen. Slechts een klein deel van het instrumentarium is gered, bijna alles is verloren gegaan.
Bent u op de hoogte van deze ruim 80 jaar oude dorpsroddel? Welke versie van het verhaal kent u? We zijn benieuwd naar uw verhalen, deel ze met ons.
Als u wilt kunt u reageren op onze facebookpagina Paulus van Daesdonck. Daar vindt u ook een foto van Amicitia van na de brand.
Heemkundevereniging Paulus van Daesdonck verzamelt gegevens rond de historie van de voormalige gemeente Ginneken en Bavel. Die omvat Bavel, Galder, Ginneken, Heusdenhout, Strijbeek en Ulvenhout.
Bent u ook geïnteresseerd in onze lokale geschiedenis dan bent u van harte welkom in Paulus museum aan de Pennendijk 1 in Ulvenhout.
Dramatische foto van de grote brand in het Ginneken in 1936
Vorige keer hebben we een foto getoond van Hotel-restaurant Amicitia aan de huidige Ginnekenweg 285. Tussen 1888 en 1907 was het een exclusieve sociëteit.
Na 1921 was het hotel eigendom van Anthonius Koelemij. Deze hotelier begon een wasserij achter zijn bedrijf, die in 1933 verplaatst werd naar de Bavelselaan. Amicitia was in die jaren een centrum van het Ginnekense verenigingsleven. Tot in 1936 het noodlot toeslag en het fraaie gebouw door een brand totaal verwoest werd. De foto hiernaast geeft een goed beeld van de vernietigende werking van deze brand. Links op de restanten van het ingestorte dak staat de toenmalige brandweercommandant Bekers. Rechts naast hem staat een voor ons onbekend persoon. Wij zijn erg benieuwd of iemand hem wel kent of meer informatie heeft over deze geschiedenis. Mocht dat zo zijn dan horen wij dat graag van U.
Als u wilt kunt u reageren op onze facebookpagina Paulus van Daesdonck.
Heemkundevereniging Paulus van Daesdonck verzamelt gegevens rond de historie van de voormalige gemeente Ginneken en Bavel. Die omvat Bavel, Galder, Ginneken, Heusdenhout, Strijbeek en Ulvenhout.
Bent u ook geïnteresseerd in onze lokale geschiedenis dan bent u van harte welkom in Paulus museum aan de Pennendijk 1 in Ulvenhout.