Na 74 jaar voor de schutterij te hebben gestreden werd Willem de Ruyter in het Ginneken begraven.



Deze week, op zaterdag 17 april 2004, vond het Koningschieten plaats van de Koninklijk Erkende Handboogschutterij Prins Hendrik. De schutterij is de oudste vereniging van het Ginneken. Zij werd opgericht in het jaar 1852. Mogelijk nog eerder, maar dat kan niet met documenten worden onderbouwd. De geschiedenis van de schutterij is opgetekend in een van de Ginnekense boeken van Annex-50 klik > hier < . Vele jaren was Willem de Ruyter voorzitter van de schutterij.

Willem de Ruyter werd in 1917 lid van de Handboogschutterij 'Prins Hendrik' en vervolgens voorzitter en erevoorzitter. In januari 1978 werd hij door de 'Nederlandse Handboog Bond' gehuldigd vanwege zijn 60-jarig lidmaatschap. Door zijn grote vasthoudendheid redde hij de Ginnekense handboogschutterij van een smadelijke ondergang en zorgde er voor dat men nu de beschikking heeft over een eigen schietbaan aan de Viandenlaan.

In het bijzijn van zijn schutters werd hij naar zijn laatste rustplaats gebracht…

Willem de Ruyter, Ginnekenaar in hart en nieren overleed op 17 december 1991.Wonend aan de Ignatiusstraat in Breda was zijn laatste wens in het Ginneken begraven te worden, aldus geschiedde. Na 74 jaar intensief met 'Prins Hendrik' te hebben geleefd, werd hij in het bijzijn van de schutters naar zijn laatste rustplaats gebracht. Uit de aantekeningen die Willem de Ruyter naliet konden pure Ginnekense volksverhalen worden opgeschreven die anders verloren zouden zijn gegaan. Als hulde aan deze grote verenigingsman publiceren we hieronder twee van zijn verhalen.

Ik ga u een voorval vertellen dat lang geleden in Ginneken plaatsvond. Het valt mij in omdat we het al eerder hebben gehad over het café van Franske de Visser in de Raadhuisstraat. Steevast zat daar op het raamkozijn een aantal mannen te wachten tot een verheugde vader een pasgeboren kind op het Ginnekense raadhuis kwam aangeven. De vader had daar twee getuigen voor nodig wilde de inschrijving van de boorling wettelijk mogelijk worden. In die tijd was het nogal moeilijk, meestal zelfs onmogelijk, om zomaar vrij te nemen. De verheugde vader kwam dan ook meestal alleen.

Wie er als eerste bij was, mocht als getuige optreden en kreeg een borrel…

'Wie van jullie gaat er even mee naar boven', riep de vader dan naar de wachtende mannen. Dan begon het spektakel. Trekken en duwen van jewelste, want wie het eerste bij de kersverse vader was, kon als getuige optreden. Of de boorling een jongen of meisje was, onder welke namen de inschrijving zou geschieden, dat was voor de gelegenheidsgetuigen niet belangrijk. Wel dat zij, als eenmaal een handtekening of een kruisje was gezet, zij een borrel hadden verdiend. Indertijd konden op deze wijze die wachtende mannen per week heel wat borrels achterover slaan.

Uit die tijd herinner ik me een gebeuren, dat ik U niet mag onthouden. De President (voorzitter) van toen, de heer J. Jansen, kon niet schieten, maar sloeg geen training of wedstrijd over. Hij was altijd ter plekke om zijn schutters aan te moedigen, op te beuren of te troosten. Op een mooie zonnige zondagmorgen, als ik het mij nog goed herinner was dat de zomer van 1911, stonden de schutters klaar om voor het houden van een wedstrijd naar Meersel Dreef te vertrekken. Het wachten was op de President. 'We moeten weg', riep één van de schutters, 'anders komen we te laat'. 'Ga maar', sprak Rienus, de enige supporter die altijd en overal mee naar toe ging. 'Ik breng de President wel mee. De club vertrok via de Galderse weg in de richting van d’n Dreef.

Reizen ging vroeger vaak te voet en wat later met de brik ('Jan Plezier')…

Dat ging vroeger nog te voet en wat later met de brik ('Jan Plezier'). Het schutterslied werd ingezet en voorwaarts ging het. Onderweg werd geregeld omgekeken of de President nog niet in zicht was, maar telkens tevergeefs. In Meersel Dreef aangekomen wilden we het café binnengaan waar de schietbanen gevestigd waren, toen één van de schutters in de verte een stofwolk ontwaarde. Dichterbij gekomen bleek het Rienus te zijn, samen met de President op een hondenkar gezeten! Ze zagen grijs van het stof en de President had de ogen stijf dichtgeknepen. 'Rienus, zijn we er?', vroeg de President benepen. 'Ja', antwoordde de trouwe supporter, 'ik sta toch stil met de kar'.

Toen pas durfde de President zijn ogen weer open te doen. En wat zag hij er uit, zo kon hij niet naar binnen. We hebben eerst een pomp opgezocht, waaronder hij zich kon wassen. 'Ik kruip nooit meer op een hondenkar', mompelde hij daarbij voortdurend tot groot plezier van de schutters. Het waren van die momenten die je je leven niet meer vergeet. Aansluitend dient nog te worden gezegd, dat een hondenkar in die tijd werd gerekend tot het snelverkeer. Tijdens de voettochten naar wedstrijden in de omgeving van Ginneken werd er altijd flink op los gezongen. Eén van de liederen daarvoor was speciaal vervaardigd door de Ginnekense troubadour van het levenslied, Henri t' Sas. De tekst laten we hierna volgen:

LEVE DEN HANDBOOG- door Henri t' Sas - Wij zijn de jongens van de leute - Wij zijn de jongens van de sport - Waar wij gaan of wij marcheren - Schiet het nooit aan pret te kort - Een van doel en een van streven -Eensgezind in strijd en vree - Gaan wij vrolijk door het leven - Fier van hart en recht door zee.

Zoo in 't Noorden als in 't Zuiden - Zoo in 't Oosten als in ’t West -Waar wij gaan met boog en pijlen - Waar wij schieten op z'n best - Onder het schuimend glaasje drinken - Onder schutters prettig jool - Kennen wij elkaar aan 't klinken - Van ons broederlijk parool.

Hou en trouw aan Koninginne -Hou en trouw aan 't Vaderland - Staan in ons blazoen geschreven - Met een vaste schuttershand - Hou en trouw ook aan de leuze - Aan het mikpunt van ons schot - Vriendschap is ons al'er leuze -Eerlijk strijden ons genot.

REFREIN- Laat nu weer schallen - 't Wachtwoord van allen -Houd het doelwit heilig en hoog - Sport is ons leven - Sport is ons streven - Hoog onze schutters, leve den boog - Hiep, Hiep, Hiep Hoera!

Zie ook hoofdstuk Ginnekens Nieuwsblad het artikel: “Goed georganiseerd en gezellig Koningschieten leverde Prins Hendrik twee nieuwe koningen op”.