Wie de Katjang niet kent en er met de kermis geen snoep heeft gekocht is geen echte Ginnekenaar.



1. Een oude foto van de Postlaan met rechts twee meisjesscholen.
(1) De Postlaan kreeg in 1986 een nieuw jasje. De scholen die aan een kant over bijna heel de lengte het beeld bepaalden, werden gesloopt voor woningbouw. Hoe de Postlaan vroeger was? Ineke Coremans, in die tijd een van onze verslaggevers, ging op onderzoek uit en sprak er met Lenie Vermeeren. Wim Siegmund bewerkte het artikel dat we in twee delen op de website zetten. Over het zo genoemde Postlaantje kon de inmiddels overleden Lenie Vermeeren alles vertellen.

Lenie Vermeeren heeft bijna heel haar leven in de Postlaan gewoond. Bijna dertig jaar heeft ze samen met haar zus An de alom bekende snoepwinkel de ‘Katjang’ in de Raadhuisstraat gerund. Ergens in 1917 kwam ze met haar ouders in het Ginneken in de Postlaan 12 wonen. Die zag er toen heel anders uit. De meisjesscholen die in 1986 werden afgebroken, stonden er nog niet. Achter de kerk was toen een kerkhof dat later is verplaatst naar de Vogelenzanglaan.

Burgemeester Serraris was voor niemand bang, ook niet voor Koos…

Tegenover het ouderlijke huis in de Postlaan was toen een lage muur met daarachter een zustershuis. Er waren twee lagere scholen, de ene school had de ingang aan de Postlaan en was de ‘armenschool’. De andere school was voor de rijke kinderen, met de ingang aan de Ginnekenweg waar nu Sint Frans is. Het onderscheid tussen de rijken- en armenschool is rond 1920 opgeheven. Lenie Vermeeren weet veel over inwoners die vroeger in het Ginneken woonden. Ook over burgemeester Serraris, die woonde in het grote huis op de hoek van de Raadhuisstraat en de Postlaan. Serraris was voor niemand bang, zelfs niet voor Koos. Dat was een beruchte vechtersbaas. Hij kon van die buien hebben dat zelfs de politie niet op hem af durfde te gaan. Maar burgemeester Serraris niet. Dat was een klein manneke, maar als Koos weer eens aan het vechten was en daarvoor zijn jas had uitgetrokken, ging hij er op af.

In 1942, midden in de Tweede Wereldoorlog, zijn Lenie Vermeeren en haar zus Annie met snoepwinkel ‘De Katjang’ in de Raadhuisstraat begonnen. De derde zus Riet zorgde in de Postlaan voor het huishouden. De snoepwinkel bestond toen al enkele jaren. Het was een tante van Lenie Vermeeren, tante Net, die de zaak runde. Tante Net wilde zo graag een snoepwinkeltje beginnen. Dus stapte ze naar meneer Muis, het hoofd van De Katjang in de stad. Die had er eerst helemaal geen zin in, want het was oorlog en hij wist ook niet waar een filiaal in het Ginneken zou moeten komen. Maar tante Net wist daar wel een antwoord op. Zij ging bij Serraris ‘schooien’ om het huisje in de Raadhuisstraat. Zij heeft daar ook nog gewoond. Ze sliep achter de winkel op een opklapbed. Lenie Vermeeren vertelde ons: "Toen tante Net in de winkel zat, was het vaak heel druk. Ze vroeg dan of ik kwam helpen. Ik deed dat graag, in de winkel staan”.

Baaike Vissers bleef thuis. “Die flauwekul” laat de moffen maar komen”…

In de Postlaan, achter het huis van Serraris in de Raadhuisstraat, stond een klein huisje, daar woonde Baaike Vissers, een weduwe met een paar kinderen. Als het kermis was kwam Baaike bij de Katjang altijd een kaneelstok halen. Die hoefde ze niet te betalen. Ze zou er wel een rozenhoedje voor bidden, zei ze dan. Het huisje waar ze woonde, het is al lang afgebroken, was van burgemeester Serraris. Iedere week betaalde Baaike drie gulden huur aan de vrouw van de burgemeester, freule Serraris. Soms kreeg ze als de kinderen van de burgemeester open deden een ‘pakske goeie boter’. Maar als de freule dan toevallig net binnenstapte, verstopte Baaike de boter. Die had daar niks mee te maken. Toen de oorlog in 1940 net was uitgebroken werd ook het Ginneken gebombardeerd, de scherven vlogen in het rond. Heel de Postlaan zat in de schuilkelder, behalve Baaike Vissers. Die wilde niet, zij bleef alleen achter in haar huisje. “Die flauwekul, ik blijf hier laat de moffen maar komen”, zei ze dan.

Toen het oorlog was en er Duitsers in de winkel kwamen, ging tante Net burgemeester Serraris halen, omdat ze geen Duits sprak. Serraris heeft toen nog bij tante Net achter de toonbank snoep staan verkopen. Zo was hij, dat deed hij meteen. Tante Net was niet bang voor de Duitsers, ze zei er alles tegen. Ik zei wel eens tegen haar: “Tante Net, pas toch op, direct halen die moffen je op”. Op een keer kwam er een Duitser in de winkel. Tante Net zei tegen hem: “Vanavond komt onze koningin op de Engelse radio maar ik kan die zender niet vinden, wilt u die niet eens voor me opzoeken”. En hij deed het nog ook. Ik was altijd bang dat ze eens meegenomen zou worden, maar dat is gelukkig nooit gebeurd. Een andere keer had ze weer medelijden met een Duitser. Er kwam er eens een die had zijn hielen doorgelopen. “Ach, zal ik er een pleister op doen”, zei ze. Toen tante Net drieënzestig jaar was leerde ze meneer Borremans kennen. Meneer Borremans wilde met haar trouwen en dat heeft ze toen maar gedaan.

Ook snoep was toen op de bon, dus je kon niet kopen wat je maar wilde…

Wat de doorslag gaf was dat meneer Borremans het mooi kon vertellen. Maar het viel tante Net een beetje tegen. Het werd allemaal wat anders dan ze verwacht had en ook anders dan hij voorspeld had. Maar ze heeft haar tijd met hem uitgediend. Toen tante Net in 1942 trouwde, namen Lenie en An Vermeeren de Katjang over. Het was ook net de tijd dat alles op de bon ging. “Naast ons in de Raadhuisstraat zat de gemeentesecretarie. De ambtenaren daar wilden allemaal graag bij ons kopen, maar dat ging niet. Ik kon maar een half ons van dit en een half ons van dat geven. Je moest het allemaal verdelen. De mensen stonden ook wat snoep betreft op de bon, ze konden dus niet zomaar kopen wat ze wilden. We waren nog steeds een filiaal van de Katjang in de binnenstad. Nadat meneer Muis was overleden zijn we voor onszelf begonnen. De naam de Katjang moest van de winkel af, maar iedereen in het Ginneken bleef ons de Katjang noemen. - Ineke Coremans/Wim Siegmund. (Wordt vervolgd).

2. In 1917 kwam de familie Vermeeren in de Postlaan wonen. Lenie (l) en Riet knippen de heg.
3. In het winkeltje rechts van het oude Ginnekense raadhuis was jaren snoepwinkel de Katjang gevestigd. In 1986 werden de scholen in de Postlaan gesloopt voor nieuwe huizen.