De waterpomp uit 1970 op de Ginnekenmarkt was een opmerkelijke uitvinding en uniek in Nederland



Drinkwater komt bij u en mij uit de kraan. Het enige wat u ervoor hoeft te doen is jaarlijks een rekening aan het waterleidingbedrijf te betalen. U heeft geen enkele zorg over hoe het water geheel zuiver bij u uit de kraan komt. Dat is maar goed ook, want u zou onmogelijk nog voor uw eigen watervoorziening kunnen zorgen. Vroeger was dat wat anders. Je moest er in je directe omgeving aan zien aan te komen. En u weet, zonder water is er geen leven mogelijk, ook niet in het Ginneken.

Het drinkwater in Breda is gezuiverd grondwater. Het wordt in Dorst uit de grond opgepompt en vervolgens in Oosterhout behandeld. Daarna wordt het via de ondergrondse waterleidingen gezuiverd en wel bij u thuis afgeleverd. Als u uw rekening op tijd betaalt, dan blijven problemen achterwegen. En hoe was dat vroeger dan? Ja, toen lag dat allemaal heel anders.

In het pand Ginnekenmarkt 9 is kort geleden nog zo’n kelder gevonden...

Om iedere keer met een emmertje naar het Markdal te lopen, dat was zelfs voor die tijd heel onhandig. Een waterput waaruit grondwater werd gehaald bood uitkomst. Die waren er dan ook, buiten het huis. Bij gebrek aan ruimte ook wel eens in een kelder. Het waren in de grond gemetselde tonnen waarin men het regenwater dat vanaf de daken kwam kon verzamelen. Deze waterkelders dateren uit de 15e tot en met de 17e eeuw. Tijdens een verbouwing van het pand Ginnekenmarkt 9 is nog zo’n kelder gevonden. Maar alles veranderde drastisch met de uitvinding van de waterpomp. Hiermee kon water vanuit de wat diepere ondergrond worden opgepompt. De voordelen waren voor de hand liggend. Het was water van een goede en constante kwaliteit, in onbeperkte hoeveelheden ook in drogere periodes. En zeker zo belangrijk, er was geen gevaar meer voor het oplopen van infecties.

De waterpomp op de Ginnekenmarkt is uit 1790 en zorgde ruim een eeuw voor drinkwater voor de Ginnekense burger. Ook in de huizen zelf had men vaak een eigen (grond)watervoorziening. Op de foto is de nog aanwezige schitterende pomp met koperen kranen te zien in het huis Raadhuisstraat 25, gebouwd in 1892. Het pand is onder oudere Ginnekenaren bekend als het pand van de vroegere bierbrouwer Van der Reyt. In het begin van de 20ste eeuw verandert er opnieuw iets in het Ginneken. Rond het begin van de 20ste eeuw komt in Nederland de industriële revolutie op gang. Er ontstaan ook allerlei nutsbedrijven, vaak op initiatief van particuliere ondernemers. Het gemeentebestuur van de gemeente Ginneken en Bavel was van mening dat ook hier een moderne openbare watervoorziening moest komen.

Aan de Ulvenhoutselaan kwam een fabriek voor water en elektriciteit…

De noodzaak om in Ginneken een moderne openbare watervoorziening aan te leggen vond men belangrijk, omdat de in Ginneken zetelende gezondheidscommissie had geconstateerd dat het water dat de mensen dronken bepaald niet fris meer was te noemen. De gemeente besloot in zee te gaan met een zekere Jan Meinard Simon, een gepensioneerde ritmeester der cavalerie. De gepensioneerd ritmeester bewoonde het buiten 'Laanzicht' in Teteringen. Hij zou in het Ginneken tevens de elektriciteitsvoorziening voor zijn rekening nemen. En zo werd door de gemeenteraad op 7 december 1900 aan hem een concessie verleend om leidingen te leggen voor elektrische verlichting en buizen voor een drukwaterleiding. Ruim vier jaar duurde de aanleg. Op 12 september 1904 nam burgemeester baron Van der Borch de Ozonwaterleiding en de Elektrische centrale aan de Ulvenhoutselaan feestelijk in gebruik.

Na een jaar ging de Ginnekense 'N.V. Elektriciteitscentrale en Waterleidingmaatschappij' failliet. Ene heer Van Voorst van Beest kocht de fabriek. Hij wilde van de ozonmethode af, dit vanwege de hoge energiekosten die met dit proces gepaard gingen. Hij wilde overgaan tot het oppompen van grondwater. Naast kostenbesparing meende hij ook dat dit de smaak van het water ten goede zou komen. De gemeente hield echter vast aan de concessievoorwaarde dat er water uit de Mark moest worden gebruikt: dat met ozon moest worden gesteriliseerd. De vereniging 'Ginneken Vooruit' maakte zelfs reclame voor dat ozonwater, om te laten zien hoe gezond het wonen en leven in het Ginneken was. Het waterbedrijf gaat op een gegeven moment toch over op de levering van gezuiverd grondwater, waarbij het gemeentebestuur machteloos moest toezien.

De fabriek is nog een tastbaar bewijs van het belang van rivier de Mark…

Dit leidde in die tijd meerdere malen tot flinke botsingen, hoewel de kwaliteit van het water niet slecht was. Na jaren van geharrewar en geruzie nam de gemeente in 1921 'de fabriek' aan de Ulvenhoutselaan over en kwam de water- en elektriciteitsvoorziening in haar handen. Ook de gemeente ging uiteindelijk over tot het gebruiken van grondwater. De bereiding uit Markwater heeft zo'n vijftien jaar geduurd. Met de annexatie van het dorp Ginneken in 1942 gingen de gebouwen en exploitatie over naar de gemeente Breda. In 1950 werd de watertoren gesloopt. Het complex ‘de fabriek ‘zelf staat er nog steeds en is een tastbaar bewijs van het belang dat rivier de Mark in vroeger dagen had voor het Ginnekense drinkwater.