Sinterklaas zou een heilige zijn en Zwarte Piet een toonbeeld van pure discriminatie, aan m’n hoela!



1. Sint-Nicolaas was een zeer opmerkelijk persoon. Zo is hij onder andere patroonheilige van dieven en advocaten. Maar zijn stand in voor het grote kinderfeest bakte er eeuwen helemaal niets van.
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Vooral de roe is eeuwen lang voor Sinterklaas een gewild object geweest. Hij sloeg er vaak flink op los. Kinderen hadden een pesthekel aan hem en vooral aan zijn knecht ‘Pieterbaas’. Waar we al die wijsheid vandaan halen? Onze vaderlandse volksfeesten zijn vele jaren niet alleen een gewild object geweest van geschiedvorsers, maar ook van moralisten. Die vinden dat het Sinterklaasfeest verboden zou moeten worden.

Ook nu doemen dergelijke geluiden weer op. Sinterklaas zelf zou nog kunnen, maar ‘Zwarte Piet’ moet onmiddellijk worden uitgebannen. Zijn zak dient in ieder geval aan de wilgen te worden gehangen. Zwarte Piet zou een toonbeeld zijn van pure discriminatie. Die redenering is te zot voor woorden. Zwarte Piet heeft helemaal niets te maken met de donker gekleurde medemens. Eerder zou men, zo wijzen de feiten uit, de strijd dienen aan te binden met Sinterklaas zelf. Die was vele eeuwen niet meer dan een vervelende rotvent en kon in de ogen van kinderen gelijk worden gesteld met bullebakken, trollen en heksen.

Sint en Piet werden niet in blijde verwachting, maar met angst afgewacht…

Dat is een boute bewering? Leest u dan de tekst hieronder maar eens aandachtig door. We onderzochten de oorsprong van het feest van sinterklaas dat ieder jaar weer de kinderziel heet te vullen met blijde verwachtingen, Waarvoor rond vijf december de schoorsteen en de schoen bij de haard de enige wegen lijken te zijn voor het verkrijgen van gewilde aardse zaken. "Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe", wordt heden ten dage nog steeds uit volle borst meegezongen. De angst om het sinterklaasfeest niet heelhuids door te komen was vroeger meer dan een reële dreiging. In de al lang vervlogen jaren twinkelden de kinderogen dan ook heel wat minder dan tegenwoordig het geval is. Indertijd werd de komst van de goedheilig man met meer angst dan blijdschap afgewacht.

Wat met veel eeuwenoude volksfeesten wel meer gebeurt, is dat we tegenwoordig niet alleen de diepere achtergronden zijn vergeten, maar ook niet meer de betekenis kennen van de attributen die worden gebruikt. Zo zijn de pepernoten, borstplaat, speculaas en taaitaai niet zomaar lekkernijen die door de Sint of zijn knecht kwistig worden rondgestrooid. Ook de mijter, staf, baard en mantel zijn niet zomaar kledingstukken om de kindervriend als zodanig herkenbaar te laten zijn. Zelfs de schoen die bij de kachel wordt gezet, de schoorsteen waardoor de geschenken naar beneden komen, maar ook het paard (de schimmel) zijn zaken met een diepere betekenis. Alle geschiedvorsers maken van deze zaken kwistig gebruik om er hun historische standpunten mee te onderbouwen en dat lukt ze aardig.

Wodan werd afgebeeld als een grote vent, zittend op zijn paard Sleipnir…

De oudsten in rang zijn zij die het Sinterklaasfeest in zijn oorsprong aanduiden als een heidens feest dat ons is overgegeven door de Germanen. Later zou dit feest gekerstend (christelijk gemaakt) zijn. Rond zes december, zo luidt de stelling, werd door de Germanen het feest van de god Wodan gevierd met in zich elementen van het feest ter ere van Freir, de god van geschenken en vruchtbaarheid. Ik weet niet hoe het u vergaat als u in gedachten teruggaat naar uw jeugd en weer in de schoolbank zit, ik heb in ieder geval altijd onderwijzers gehad die zeer beeldend over de oude Germaanse goden konden vertellen. De oppergod Wodan was er daar een van. Uitgebeeld als mens was het een reuzenvent (als je dat van een god kan en mag zeggen), die op zijn achtvoetige schimmel Sleipnir door het luchtruim reed.

In zijn hand hield hij altijd zijn wonderlans Gungnir. Een wijde mantel en zijn lange witte baard wapperden in de wind, waar die in het heelal ook vandaan mag komen. Op zijn hoofd droeg hij een breedgerande hoed. Heer Wodan was meestal vergezeld van ook een reus, zwarte Norwi, die met zijn roe overal vruchtbaarheid bracht. Hoe dit biologisch spektakel tot stand kwam, werd er op school niet bij verteld. In ieder geval, onze verre voorvaderen de Germanen hadden veel ontzag voor dit duo. Dat was uit noodzaak geboren, want de voortplanting (op alle gebied) scheen van de kapriolen van dit vliegende tweetal af te hangen. Wat de Germanen daar zelf aan bijdroegen werd ons niet onderwezen, maar kan (nu mij enige rijpheid mag worden toegedicht), door mijzelf worden ingevuld.

Om de heidense gebruiken over te nemen was eerst een kerstening nodig…

Om voornoemde Wodan en zijn knecht Norwi gunstig te stemmen, lieten de Germanen (toen zij aan landbouw toekwamen), de laatste schoof op de akker staan en legden ze rond zes december wat voer in hun schoeisel bij de schoorsteen. Dat was meestal een open gat in het dak van hun schamele hut. Die schoorsteen heette een rechtstreekse verbinding te zijn met de goden, een titel die beroepshalve door Wodan kon worden geclaimd. Weten we daarbij nog dat pepernoten zijn afgeleid van noten en erwten, van oudsher erotische zinnebeelden, dan is de oudste uitleg van de herkomst van het sinterklaasgebeuren bijna compleet. Blijft over de nu nog in gebruik zijnde speculaaspop. De naam is afgeleid van het woord "speculator", wat ‘veldheer’ betekent. "Dat is dus Wodan”, beweren de aanhangers van voornoemde stelling.

Hoe dan ook, het oude gebruik van de Germanen verklaart de attributen die ook nu nog een belangrijke rol in de Sinterklaastijd spelen: het strooigoed, de schoorsteen, het schoeisel met voer, de lans die een staf werd, de hoed een mijter, de lange mantel, de lange witte baard en de schimmel. Alleen, met de oorsprong van al deze zaken kun je beter geen tere kindergeest belasten. Daar was eerst een kerstening voor nodig. Zij die helemaal niets van de oude Germaanse goden willen weten, waaronder de club die haar hoofdkwartier in Rome heeft, willen ook niets van de voornoemde uitleg weten. Om dat duidelijk te laten blijken werden alle Germaanse goden in de ban gedaan. Verwar dit niet met ‘het verdrag van Rome’, dat is iets uit onze tijd.

Het verhaal klopt niet, maar dat hebben ze er op school niet bij verteld…

Sint-Nicolaas, zo is ons al op de schoolbanken geleerd, wordt gevierd op de feestdag van de bisschop met die naam uit Myra (Spanje). Hij leefde in de vierde eeuw en stond bekend als een grote kindervriend. De leergierige kindergeest, hunkerend naar kennis, neemt dit natuurlijk gretig in zich op. Zeker als het om een persoon gaat waar jaar na jaar geschenken van mag worden verwacht. Je zou wel gek zijn die aan de kant te zetten. Alleen, het verhaal klopt niet helemaal, maar dat hebben ze er op school niet bij verteld. De geschiedschrijving leert dat uit twee mogelijkheden kan worden gekozen. Behalve de bisschop uit Myra is het ook mogelijk dat een collega met dezelfde naam uit Pinara, even vroom en vriendelijk, voor de huidige sinterklaas model heeft gestaan. De eerlijkheid gebiedt om te vertellen dat de eerste toch de sterkste papieren lijkt te hebben. Maar wat voor papieren!

Klinkt het verhaal over heer Wodan (vliegend door het zwerk op zijn achtbenige schimmel) iets of wat ongeloofwaardig in de oren, onze vriend uit Myra doet er niet voor onder. De beschikbare lectuur meldt er dan ook direct bij dat het hier om legenden gaat. Dat wil zeggen dat zaken niet op opgeschreven feiten steunen, maar op overlevering. U weet wel, het doorvertellen van vader op zoon. Dus ook hier mogen, evenals bij de uiteenzetting over heer Wodan en zijn zwarte knecht Norwi, de nodige vraagtekens worden gezet. U ziet zelf maar. Het enige wat wij gedaan hebben, is voor u uitzoeken wat er door de eeuwen heen allemaal door diverse lieden op papier is gezet om daar vervolgens een leesbaar verslag van te maken.

Hij is ook patroonheilige van dieven, advocaten, zeelui en ongehuwden…

Sint-Nicolaas zou, zo is jaren lang de goegemeente verteld , als boorling op vastendagen slechts eenmaal per dag de moederborst hebben geaccepteerd. Verder zou hij, nog steeds als boorling, eerst twee uur staand in bad hebben gebeden, voordat hij zich door de vroedvrouw liet wassen. Je zal zo’n klier van een kereltje als kind hebben. Hij heeft het later ver geschopt en werd bisschop van het Spaanse Myra. Na zijn dood was zijn rol op deze aardkloot nog lang niet uitgespeeld. Tweemaal redde hij na zijn dood drie onschuldig ter dood veroordeelden van de strop. Daardoor werd hij de patroon van de gevangenen. Daarbij werd hij ook de patroonheilige van dieven en advocaten, zonder hier enig verband te willen leggen.

Sint-Nicolaas verschijnt aan zeelieden in nood en brengt stormen tot bedaren, wat ook daar een patronaat oplevert. Hij koopt vijf jaar na zijn dood graan in voor het in honger verkerende Myra en zorgt voor een veilige overtocht. Daarbij wordt hij aanhoudend belaagd door de duivel zelf. Geen wonder dat toen dat alom bekend werd, reizigers en kooplieden zich onder zijn bescherming plaatsten. En tot slot, hij verschafte (ook na zijn dood) een bruidsschat aan drie meisjes van wie de vader in financiële nood zat. Dat deed hem tot patroonheilige verheffen van ongehuwde meisjes, die niet aan een vrijer kunnen komen. Op dat laatste haken we onmiddellijk in, want tot voor kort leefde nog het gebruik dat ongehuwde meisjes met Sinterklaas vrijers kregen van speculaas of taaitaai en harten van borstplaat of marsepein.

Zwarte Piet is niemand anders dan de duivel die Sint overwonnen heeft…

We zullen u niet vermoeien met een verslag, hoe de sinterklaasviering in ons land terecht is gekomen. We melden in ieder geval het jaar 550 om u een tijdsbeeld te geven. Vanaf dat jaar is het ‘heerlijke avondje’ in onze contreien niet meer weg te denken. De geschiedschrijvers hebben alle legenden aangegrepen om er ons Sinterklaasfeest op te grondvesten. De legende van de bruidsschat werd vertaald in het elkaar geven van geschenken. De schoen waarin die worden gestopt, zijn de graanschepen waarmee Sint-Nicolaas Myra van de honger heeft gered. Zwarte Piet is niemand anders dan de duivel, die hij daarbij heeft overwonnen. Zo werd deze in vroeger dagen ook uitgebeeld. Als een griezelig figuur, zwart geblakerd door het hellevuur.

Zwarte Piet, in zijn optreden rammelend met kettingen en een zak die de hel moest uitbeelden. De schimmel waarop de Sint ook nu nog zijn intocht pleegt te doen en over daken rijdt, zijn ook te plaatsen. Overwinnaars werden vroeger altijd op een schimmel afgebeeld. U hoeft er de oude schilderijen maar op te bekijken om uw twijfel op dit punt te overwinnen. En wie de duivel overwint moet zeker op een schimmel rijden, dat is duidelijk. Maar hoe keken kinderen vroeger tegen Sinterklaas aan? “Het was een griezel. Een confrontatie met hem in levende lijve moet buitengewoon hallucinerend zijn geweest", schreef een geschiedschrijver lang geleden. Wie het verleden van Sinterklaas serieus onderzoekt, maar dat kost een groot aantal uren, krijgt uiteindelijk een duidelijk beeld.

Zwarte Klazen trokken rond en lieten schoorsteenkettingen kletteren…

Van de hand van een zekere Hanewinkel bestaat een verslag uit het jaar 1798 waarin hij de sinterklaasviering in Brabant beschrijft. "Op alle dorpen wordt het feest van Sint-Nicolaas gevierd. Op enige dezelve rijdt één, somtijds twee mensen op een paard rond. Zij zijn zeer misselijk, somtijds zelfs afschuwelijk uitgedost. Zij werpen allerlei klein gebak onder de kinderen, die hen in menigte, met hoop en vrees bezield, navolgen en denken dat dit de ware Sint-Nicolaas is”. Ook de Friese volkskundige Waling Dijkstra beschrijft hoe in de stad Franeker begin achttienhonderd “gemaskerde schippersknechten op sinterklaasavond onder hoorngetoeter en ketelmuziek rondtrokken, in een gewaad dat lelijk en wanstaltig, ook wel onkies was. De duivel met een keten aan het been, mocht er nooit ontbreken".

Over de Amsterdamse viering gaat een oud verhaal dat er: "Zwarte Klazen rondtrokken die schoorsteenkettingen over de straatstenen lieten kletteren, op deuren en vensters bonsden en met een bullebakstem riepen of er nog stoute kinderen waren. Die konden dan mee naar Spanje om tot pepernoten te worden vermalen!" Een bezoek aan huis van de Sint was een pure ramp voor de kinderen. Een bericht daarover luidt: "AI grommelend in den baard, die afstroomt van zijn kin. Een masker voor 't gelaat, afschuwelijk van kleur grijpt Sint twee kinderen, vaal van angst, in hun nekvel om ze in de zak te stoppen, die Piet openhoudt. Zelfs de ouders kijken onthutst naar de man". Conclusie van al deze bij elkaar geraapte verhalen: "Sinterklaas en Zwarte Piet waren niet meer dan twee grote miskwallen, echte kinderklieren.

Sint en Piet werden dringend verzocht verder maar in Spanje te blijven…

In de loop van de achttiende eeuw waren Sint en Piet nog amper welkom in vaderlandse huisgezinnen. Het feest van Sint-Nicolaas werd nog wel gevierd, maar het tweetal werd dringend verzocht in het vervolg maar in Spanje te blijven. Langzaam verdwenen de sinterklaasoptochten. Het zou tot begin negentienhonderd duren dat Sinterklaas en Zwarte Piet weer in genade werden aangenomen. Ze waren veel vriendelijker nu, ofschoon het dreigen met de zak nog niet tot het verleden behoorde. Waar precies beterschap was beloofd is niet meer na te gaan, maar boze tongen beweren dat dit handjeklap plaatselijke is geweest met middenstandsverenigingen. Op dit ogenblik zijn de roe en de kettingen helemaal uit het beeld verdwenen. De zak is niet langer bestemd om er kinderen in te stoppen, die in het verre Spanje worden vermalen tot pepernoten.

Zo de zak nog wordt gebruikt, is dat om er lekkernijen en cadeaus uit te voorschijn te toveren. Ook sinterklaas zelf vervult nu een mildere rol. Hij is vaderlijk en vriendelijk en maant zwarte Piet als hij te ver gaat. Piet is niet meer de duivel in eigen persoon, maar een goedaardige sul waar mee te lachen valt. Het standpunt dat tegenwoordig door moralisten wordt ingenomen, dat met de uitbeelding van Zwarte Piet een discriminerende rol wordt weggezet in de richting van de zwarte medemens, mist aan de hand van de geschiedkundige feiten iedere grond. Hoogstens zou er kunnen worden opgemerkt dat er nu ook vriendelijke duivels bestaan. Een uitgangspunt waarmee Rome de grootste moeite zal hebben. Maar het is zeker niet zo dat Sint en Piet door iedereen weer in genade zijn aangenomen.

Tegenwoordig lijkt het er op dat de Kerstman de Sint aan het inhalen is…

Menig medeburger laat het feest voor wat het is en is uitgeweken naar de kerstdagen. Onder de met lichtjes en slingers versierde kerstboom worden de cadeautjes gevonden en uitgepakt. Wie het helemaal mooi wil doen nodigt de Kerstman uit. Zwarte Piet is daar van het toneel verdwenen. Sinterklaas of de Kerstman?, het zal de middenstand worst wezen. In ieder geval zijn de twee feesten nu ‘kindvriendelijk’ te noemen. Bijna twee maanden staan de cadeautjes in de warenhuizen uitgestald. Daar lijkt het er zelfs op dat de Kerstman op de Sint aan het inlopen is. En hoe zit het nu met heer Wodan en zijn knecht Nörwi? Die razen nog steeds door de lucht op de benige schimmel Schleipnir. Kwistig strooien zij met vruchtbaarheid. Onze aardkloot is er vol door geworden de laatste eeuwen. Zij worden daarin zelfs niet door Rome beteugeld.

2. Vele eeuwen brengt Sinterklaas al cadeautjes aan huis, zelfs opoe in de bedstee werd niet vergeten. Maar een bezoekje van de Sint en Zwarte Piet werd lang niet op prijs gesteld, dat werd vaak een drama.
3. Zwarte Piet, de duivel uitbeeldend, schiep er een waar genoegen in kinderen in de zak te stoppen en ze mee naar Spanje te nemen. Daar werden ze, zo luidde het verhaal dan tot pepernoten vermalen.
4. Tijdens zijn bezoeken aan huis greep Sinterklaas ook vaak zelf in. Over de knie en een flink pak slaag was nog maar een milde straf voor kinderen die niet het hele jaar in het gareel hadden gelopen.
5. Harmonie Concordia begon in het Ginneken zo’n honderd jaar geleden met de intocht van Sinterklaas. Hier de ontvangst op het Valkeniersplein. Later is de organisatie overgenomen door Comité Ginneken.