De Ginnekense kermis en braderie hebben beide een lange en vooral een bewogen geschiedenis.



1. In 1976 kwam de Winkeliersvereniging Ginneken in vergadering bijeen om de eerste Ginnekense Braderie te bespreken. Op tafel (het biljart) ziet u het raambiljet voor het komende evenement.
Van woensdag 8 augustus tot en met zondag 12 augustus 2012 is het weer feest in het Ginneken. Dan gaat naast de kermis ook de 44ste Ginnekense Braderie van start onder de naam ‘Bruisend Ginneken’. De eeuwenoude kermis en de braderie bieden na in 2003 en 2004 gescheiden te hebben plaatsgevonden opnieuw vertier aan een ongetwijfeld groot publiek Dat lijkt ons meer dan voldoende om eens wat meer te vertellen over het ontstaan van deze twee grote Ginnekense evenementen.

Een onderzoek leert dat de kermis en de jaarmarkt (braderie) eeuwenlang onafscheidelijk waren. Ze zijn uit de ‘goede oude tijd’ tot ons gekomen. Maar vergist u zich niet, aan de kermis en de jaarmarkt van vroeger valt voor de hedendaagse mens weinig of geen plezier te beleven. Mechanisch voortbewogen attracties bestonden er nog niet. Ook geen attracties die werden voortbewogen door stoom of elektriciteit. Tal van ruwe spelletjes vermaakten de mensen van toen, dit vaak tot groot ongenoegen van de plaatselijke overheid.

Daar kwamen toen vaak dronkemans- en vechtpartijen aan te pas…

Wanneer we eind 17de eeuw terug gaan naar het dorp Ginneken, dan blijkt uit de historische gegevens van die tijd dat het dorpsleven er in het algemeen eeuwenlang op hetzelfde niveau is gebleven. Werken, eten, drinken, slapen, kerkelijke verplichtingen vervullen en omgang binnen de dorpsgrenzen vulden de dag. Jaarlijkse vergaderingen en teerdagen van verenigingen waren er. Ook feesten ter gelegenheid van herdenkingen als het sluiten van vrede of verdragen. Het vieren van feestdagen van patroonheiligen stond jaarlijks hoog in het vaandel. Met de daaraan verbonden typische volksfeesten waren de plaatselijke autoriteiten allesbehalve ingenomen, want dan ging het er vaak ruw aan toe. Als 'het volk' aan het ‘ganzentrekken’ ging of aan het ‘hane- en katteknuppelen’, dan kwamen daar vaak dronkemans- en vechtpartijen aan te pas. Ook in het Ginneken was dat geen uitzondering.

Dergelijke problemen dwongen de toenmalige Ginnekense Schout en Schepenen tot 'resoluties met strafbepalingen aan de puie te doen aanplakken’. In hedendaagse taal wil dat zeggen: aan het raadhuis werd dan een plakkaat opgehangen met de tekst wie dan over de schreef ging kon rekenen op een zware straf. Maar ook toen gold dat kleine kinderen en dronken mensen zich moeilijk iets laten verbieden. De genoemde grofheden en excessen bleken tot ver in de 19de eeuw onuitroeibaar te zijn. Men was in die dagen zeer beducht voor het uitbreken van brand omdat de meeste huizen, ook in het centrum van Ginneken, grotendeels uit hout bestonden. Dat wilde goed branden en voor het blussen van een brand was men lang aangewezen op emmertjes water en zoveel mogelijk gedienstige handen.

Luiden van de kerkklok bepaalde toen de sluitingstijd van de cafés…

Ook rond de Ginnekenmarkt stonden alleen maar houten huizen. Vooral tijdens feesten was men als de dood dat er brand zou uitbreken. Aan de roekeloosheid waarmee Ginnekenaren met vuur omsprongen moest dan ook ‘op straffe, paal en perk worden gesteld’. In juli 1824 werd in Ginneken de volgende proclamatie opgehangen: “Voorts in aanmerking nemende de ingeslopen misbruiken in deze gemeente om met een brandende pijp, zonder met een sluifje te zijn overdekt, in de straten en nabijheid van gebouwen en brandbare stoffen binnen deze gemeente te verschijnen, zoo ook om bij sommige vreugdebedrijven en willekeurige omstandigheden met vuurtuigen te schieten…”. De Ginnekense vroede vaderen droegen de Schout op hiertegen krachtig op te treden. Ook werd indertijd, ter voorkoming van verregaande ongeregeldheden en brand in de herbergen, het sluitingsuur van de cafés door het luiden van de kerkklok aangekondigd. Dat kon dus, gezien de omstandigheden, vroeg of laat in de avond zijn. Kom daar nu maar eens mee!

Je had dan wel te zorgen dat je buiten kwam, want de veldwachter was verteld: ‘...en worden met derselve, zonder genot van salaris, opgedragen en belast de veldwachter dezer gemeente....’. Met andere woorden, de dienstdoende veldwachter kreeg geen cent voor deze extra inzet. Het mag duidelijk zijn dat de man in dergelijke gevallen niet in een goed humeur was en er op uit was zijn gram toch ergens te halen. Tot ver in de 18de eeuw bestonden de plaatselijke kermissen hoofdzakelijk uit: koorddansers, acrobaten, kwakzalvers, waarzeggers enz. enz. Voor kinderen was er de poppenkast. Ook uiterst leerzaam voor hun ouders, want vaak kon men daar het 'lopende nieuws’ in verhaalvorm vernemen. Op de kermis stonden vooral kraampjes met snuisterijen, snoep, drank en etenswaren. Later vormden wilde beesten en mismaakte mensen dé trekpleister voor menige kermis. “Komt dat zien, komt dat zien, boeren burgers en buitenlui, de vrouw met drie borsten”.

In heel het centrum van Ginneken stonden toen de kermisattracties…

Ik vertelde u al, dat de Ginnekense autoriteiten niet veel op hadden met vaste de volksfeesten, waaronder de kermis en de jaarmarkt (later de braderie). Daarom is wellicht het in de archieven natrekken van dergelijke onderwerpen hetzelfde als het zoeken naar een speld in een hooiberg. De naam 'kermis' komt van 'kerkmis'. De 'kerkmis' vond plaats op de dag van de patroonheilige van de parochie, in Ginneken de Heilige Laurentius, compleet met jaarmarkt en aanverwante. De naamdag van de Heilige Laurentius is op 10 augustus. Voor de meer wereldlijk ingestelde lezers geldt het ezelsbrugje, dat de Ginnekense kermis wordt gehouden in de week waarin ook 15 augustus valt. Dat is al eeuwen zo, tot enkele jaren terug. Tot 1920 stonden de attracties van de Ginnekense kermis en jaarmarkt op een aantal plaatsen in het dorp opgesteld.

Aan de Dillenburgstraat (Schoolstraat) was de Bloemstraat nog een stuk open terrein, dat jaarlijks door de kermis werd benut. Ook op de Ginnekenmarkt (Markt) en Duivelsbruglaan (Brugstraat) kon men de nodige attracties vinden. Het was regel dat de winkels tijdens de kermis open mochten zijn. Snoepwinkels (de Katjang in de Raadhuisstraat en het Rooie Winkeltje op de hoek Ginnekenmarkt en Duivelsbruglaan) deden dan ook tot ver in onze tijd goede zaken. Aan de diverse locaties voor de Ginnekense kermis kwam een eind toen de Bloemstraat werd aangelegd en in 1884 de Ginnekense paardentram werd opgericht. Die werd later door Breda op een slinkse wijze ‘ingepikt’. De paardentram vertrok op vaste tijden heen en terug vanaf de Ginnekenmarkt naar het station in Breda en later ook naar Ulvenhout. De kleinere zo genoemde Ponytram ging via de Duivelsbruglaan naar het Mastbos om vooral de dagtoeristen te vervoeren. Door de komst van de paardentram was er voor de Ginnekense kermis geen plaats meer in het centrum van Ginneken.

Door de paardentram kwam de kermis op het Schoolakker terecht…

Uit de notulen van 22 december 1921 van de gemeenteraad van de gemeente Ginneken en Bavel, gehouden in het Ginnekense raadhuis aan de Raadhuisstraat, kan worden afgeleid dat indertijd is besloten om de kermis naar ‘De Schoolakker’ te verplaatsen. Raadslid Verlegh stelde de vraag of het de bedoeling was om De Schoolakker daarvoor in orde te maken. De vraag werd door de voorzitter, toen burgemeester Jonkheer Th. Serraris, bevestigend beantwoord. Raadslid Loerakker drong er op aan om in het vervolg zo weinig mogelijk kramen en tenten op straat te plaatsen. We stellen dus vast dat de huidige locatie van de Ginnekense kermis op ‘De Schoolkakker’ sinds 1922 op het speciaal voor dit doel ingerichte (vanaf toen het Schoolakkerplein) plaatsvindt. Dat is dit jaar op de kop af negentig jaar geleden. Nog een jubileum dus! De Ginnekense kermis begon altijd zondagmiddag om 12.00 uur, direct na de laatste H. Mis in de Laurentiuskerk.

Dat is op de dag van vandaag een vreemde gang van zaken, want zaterdag is toch sinds jaren dé uitgaansavond. Op verzoek van de gemeente Breda werd in de jaren tachtig door de toenmalige Dorpsraad Ginneken onderzocht of de omwonenden van het Schoolakkerplein er bezwaar tegen zouden hebben om de kermis op zaterdagmiddag te laten beginnen. Die waren er niet. Voor de kermisexploitanten steeg daardoor de aantrekkelijkheid van de Ginnekense kermis aanzienlijk. Dat gold in zekere zin ook voor de gemeente Breda zelf, die de te innen pachtgelden flink zag stijgen. In 2002 werd het tijdstip van de Ginnekense kermis en braderie na een flinke ruzie tussen de winkeliers en de gemeente Breda op afzonderlijke data gehouden. Voorzitter Paul Verberk en zijn medebestuurders van de winkeliersvereniging Ginneken lieten in BN/De Stem weten, dat men van mening was dat de braderie goed zonder de kermis zou kunnen voortbestaan. Het werd een volslagen mislukking.

In augustus 2002 vond voor de 33ste keer de Ginnekense braderie plaats…

Voor het ontstaan van de Ginnekense Braderie hoeven we niet ver in de tijd terug te gaan. De inmiddels overleden Joop Jansen van café Brauers op de Ginnekenmarkt wist in 1992 nog precies te vertellen wie van de in 1967 opgerichte Winkeliersvereniging Ginneken er op het lumineuze idee was gekomen. Of beter gezegd, wie de eeuwenoude en in onbruik geraakte formule kermis/jaarmarkt (braderie) in Ginneken opnieuw heeft geïntroduceerd. Dat was An van Vegten van de leerboutique op de Ginnekenmarkt 3. Ook de naam van haar echtgenoot, Nic (antiek) van Vegten, dient hier ook te worden genoemd. Zij waren niet alleen medeoprichters van de winkeliersvereniging, maar waren ook lange tijd bestuurslid van de braderiecommissie. In de eerste jaren van de Ginnekense braderie waren het voornamelijk de plaatselijke winkeliers die in de opgestelde kramen op het braderieterrein hun koopwaar aanprezen.

Het waren ook de gouden jaren onder leiding van Nico Takx en Piet van de Broek. In de beginjaren hielpen ook niet-middenstanders, zeg maar plaatselijke organisatoren, fanatiek mee om de braderie op een hoog plan te tillen. Zo werd de vaste geluidsinstallatie van de winkeliers op de Ginnekenweg en Ginnekenmarkt gratis gerenoveerd door de Ginnekense carnavalsvereniging ‘t Lestogenblik. Na vier dagen braderie werden de kramen weer ingenomen en van spijkers ontdaan. Drie opeenvolgende voorzitters heeft de braderie in die tijd gekend. In volgorde van dienstjaren: Nico Takx, Louis Seeuwen en Ton Meeuwesen. Vanaf de 25ste braderie in 1994 wordt tegenwoordig de organisatie van de Ginnekense braderie uitbesteed aan een heus organisatiebureau en verloor het haar puur Ginnekense uitstraling. Het evenement gaat nu door voor wat wordt genoemd ‘een van de grote evenementen in Breda’.

De splitsing van de kermis en braderie viel niet goed bij de bevolking…

De laatste jaren legt de organisatie het accent van de Ginnekense braderie (de traditionele jaarmarkt) hoe langer hoe meer op een zakelijk gebeuren dan op de plaatselijke traditie waaruit indertijd het evenement is ontstaan. De ook nu nog winkeliersvoorzitter Paul Verberk vertelde in een artikel in BN/De Stem dat hij de kermis zag als een blok aan het been van de braderie, inmiddels met de naam ‘Bruisend Ginneken’ aangeduid. Het kwam tot een opsplitsing van de kermis en braderie die in de jaren 2003 en 2004 gescheiden plaatsvonden. Daar hadden behalve de kermisexploitanten ook de Ginnekenaren geen goed woord voor over. Beide evenementen trokken in de twee jaar dat men op zichzelf was aangewezen veel minder publiek. In 2005 is de zaak weer bij elkaar gebracht. Met dit verschil dat het eeuwen in gebruik zijnde tijdstip, de naamdag van de Heilige Laurentius op 10 augustus, niet meer bepalend is voor het moment. Het evenement wordt nu gehouden in laatste week van de zomervakantie.

2. Jaren geleden maakte de op de Ginnekenmarkt opgestelde ‘stoomcarrousel’ een belangrijk deel uit van de Ginnekense kermis. De kermis van vooral “boeren, burgers en buitenlui”.
3. De opening van de braderie vond lang plaats op de hoek Ginnekenweg/Dillenburgstraat met het inbranden van een nummer in de ‘braderiepaal’. Op de foto voorzitter Louis Seeuwen en wethouder Asseldonk van Breda.
4. In de beginjaren zag de braderie (op de foto letterlijk) zwart van het publiek. Samen met de kermis was het een eeuwenoude beproefde Ginnekense traditie die ieder jaar weer vermaak bracht.