Aanleg van ‘Burgemeester Passtoorsstraat’ was begin van een compleet nieuwe Ginnekense wijk.



1. De aanleg van de Burgemeester Passtoorsstraat e.o. had te kampen met grote problemen. Eerst was de bouwgrond veel te duur, daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit. Maar in 1924 was de klus toch geklaard.
Als u op de Baronielaan in de richting van het Mastbos rijdt en u slaat aan uw linkerkant de op één na laatste straat in, dan bent u in het Ginneken in de Burgemeester Pastoorsstraat. Vanaf de Baronielaan loopt de straat met een flauwe bocht richting rivier de Mark tot aan de Reepbrug. De bebouwing komt overeen met die aan de Baronielaan. De hoekpanden aan de kant van de Baronielaan zijn ook voorzien van hoektorentjes, net als aan het begin van de Baronielaan.

Veel huizen in de Burgemeester Pastoorsstraat zijn ook voorzien van tuintjes met ijzeren hekjes. Zelfs de architectuur van de huizen is vergelijkbaar met de Baronielaan, alleen allemaal iets kleiner. Toen de straat in 1912 werd aangelegd, kreeg zij de naam ‘Nieuwe Straat’. Rond 1900 waren door de Domeinen van de Staat der Nederlanden al de Dennenlaan en de Werfstraat aangelegd. De Dennenlaan (de huidige Teychinélaan) liep oorspronkelijk vanaf het Mastbos tot aan de Reepbrug en was toen het verlengde van een laan van het bos.

Een flink stuk bosgrond werd door de Staat der Nederlanden verkocht…

In 1917 verkocht de Staat der Nederlanden de Werfstraat, Dennenlaan, Boschlaan en het stuk grond waar nu de Cartier van Disselstraat ligt aan de gemeente Ginneken en Bavel. De Cartier van Disselstraat heette in die tijd Chasséstraat. De in 1901 aangenomen Woningwet gaf de gemeentes het recht uitbreidingsplannen vast te stellen en zo nodig grond hiervoor te onteigenen. Op grond van deze Woningwet werd een plan opgesteld, waarin ook een straat en een brug waren opgenomen, de huidige Koningin Emmalaan en de Reepbrug. Om dit voor Ginneken zeer omvangrijke plan te kunnen realiseren moest de Mark zelfs gedeeltelijk worden verlegd.

In de straten waren bomen voorzien en de huizen zouden net als in de Baronielaan tuintjes krijgen. De al bestaande Werfstraat en Dennenlaan werden ook in het plan opgenomen, dat uiteindelijk door Gedeputeerde Staten werd goedgekeurd. De Bredase Bouwgrond Maatschappij ging tegen de goedkeuring in beroep, die werd afgewezen. Een nieuw opgerichte bouwmaatschappij diende zich aan om het bouwplan vanaf de Ginnekenweg tot aan de Baronielaan te realiseren. Met het plan zou tevens het centrum van Ginneken in de richting van de Baronielaan worden ontsloten. Voor de grond moest echter zo’n hoge prijs worden betaald, dat de bouwfirma er in 1913 van af zag. De gemeente Ginneken en Bavel nam vervolgens contact op met de firma Bernheim in Parijs.

Toen brak de Eerste Wereldoorlog uit en het plan verdween in een kast…

Door Provinciale Waterstaat in Breda werd een ontwerp en een bestek gemaakt voor het bouwplan en de aanleg van de brug. Maar in 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en het totale plan belandde ergens in een diepe kast in het gemeentehuis aan de Raadhuisstraat. Ondertussen was aan de Baronielaan de Ginnekense bouwondernemer Jan Segeren bezig met het opkopen van grond. Van de landbouwer Mathijsen kocht hij een stuk grond gelegen bij de vroegere wielerbaan. Een ander stuk grond ten noorden hiervan kocht hij van de Ginnekense wethouder Maassen. Met de aankoop van deze stukken werd een begin gemaakt met de aanleg van de ‘Nieuwe Straat’ (Burgemeester Passtoorsstraat).

In het kadaster en ander officiële papieren duikt plotseling de naam Prinses Julianalaan op. Het vermoeden bestaat dat deze naam door Segeren zelf aan de straat is gegeven, vooruitlopend op de nog aan te leggen Prinses Julianastraat, de huidige Dillenburgstraat. In het jaar 1923 werd de naam Nieuwe Straat veranderd in ‘Burgemeester Passtoorsstraat, naar W.C.J. Passtoors die van 1908 tot 1916 burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel is geweest. Over burgemeester Passtoors plaatsten we in maart 2002 al een artikel op onze website, dat u door >hier< te klikken op uw scherm krijgt. Bouwer Segeren stelde aan de gemeente Ginneken en Bavel voor om op zijn kosten het oorspronkelijke plan van voor de Eerste Wereldoorlog uit te voeren.

Zo ontstond er in het westen een compleet nieuwe Ginnekense wijk…

Dus dat betroffen de huidige Burgemeester Passtoorsstraat, Cartier van Disselstraat, Koningin Emmalaan en de Reepbrug over de Mark. Als voorwaarde had Segeren gesteld dat hem enkele percelen grond beschikbaar werden gesteld om het totale plan te kunnen uitvoeren. In 1916 vroeg de gemeente Ginneken en Bavel de gemeente Breda om de Burgemeester Passtoorsstraat en voor de nog aan te leggen Chasséstraat op de Baronielaan te mogen ontsluiten. Het stuk grond voor de aan te leggen Chasséstraat werd in 1920 door de Bredase Bouwgrond Maatschappij aan Segeren verkocht. In dat zelfde jaar werden de beide hoekpanden van de Chasséstraat en de panden tussen Baronielaan en de Teijchinélaan gebouwd.

In 1922 werd de Burgemeester Passtoorsstraat bestraat en van riolering voorzien. Voor de aanleg van een gasvoorziening moest nog tot 1924 worden gewacht. Het realiseren van de Koningin Emmalaan werd in 1923 aanbesteed. Daardoor werd de Chasséstraat de belangrijkste ontsluitingsweg in westelijke richting. In het oorspronkelijke plan had dit de Burgemeester Passtoorsstraat moeten worden. In 1924 werd het complete bouwplan, inclusief bestrating en riolering opgeleverd. Kort daarna zouden tussen de Ginnekenweg en de Baronielaan ook de andere straten worden aangelegd en de Dr. de Visserschool worden gebouwd. Zo ontstond er ten westen van het dorp een volledig nieuwe wijk voor het Ginneken - Jan Schellekens.

2. Een plattegrond van het plan: rechts de Wilhelminastraat (Ginnekenweg), in het midden rivier Mark en links de Baronielaan. Verder (begin negentienhonderd) alleen maar weilanden.
3. Het begin van de nieuwe Ginnekense wijk is er. De Mark is omgelegd, de Reepbrug is klaar. Maar de huizen moeten nog gebouwd worden en de straten aangelegd. Zie ook de foto’s in het bijgevoegde artikel.