Nu vijfentwintig jaar geleden stelde de Dorpsraad Ginneken Breda de naam Henri t’ Sasplein voor.



Het komt zelden voor dat de inwoners van Ginneken zelf een straatnaam kunnen benoemen. Eigenlijk doet Ginneken dat na de inlijving door Breda in 1942 ook niet meer, maar de vroede vaderen in Breda, maar dat terzijde. De voornaamste reden dat dergelijke activiteiten in het Ginneken op een zéér laag pitje staan is, dat Ginneken is volgebouwd en de straten er allemaal al een naam hebben. Dan houdt alles op nietwaar? Dat wil niet zeggen dat men geen namen voorhanden had.

Wie in de rijke Ginnekense geschiedenis terugblikt, komt tal van personen tegen die best een straatnaam hebben verdiend. Nu precies vijfentwintig jaar geleden gebeurde dat ook. De toenmalige Dorpsraad Ginneken stelde de gemeente Breda voor om het voormalige terrein van Houthandel van Dijk in de Strijenlaan de naam ‘Henri t’ Sasplein’ te geven. Het plan was om daar huizen te bouwen.

Henri t' Sas is na zijn overlijden Ginnekense geschiedenis geworden...

Henri t'Sas was een groot en veelzijdige Ginnekense schrijver. Maar hij was ook goed van stem en bespeelde als geen ander zijn twaalfsnarige luit. Hij was een troubadour en eigenlijk zo veelzijdig dat een en ander niet onder een naam te vangen was. Geboren in 1877 , trouwde hij in 1911 met de Ginnekense Dina Schunterman. Ruim veertig jaar heeft hij in het Ginneken gewoond en gewerkt en is er in 1966 op 89-jarige leeftijd overleden. Henri t' Sas is een stukje Ginnekense geschiedenis geworden. ‘Het dorp, zijn dorp’ lag hem na aan het hart. Redenen te over voor de Dorpsraad Ginneken om het Breda te verzoeken hem met een straatnaam te eren. Ik heb persoonlijk het genoegen gehad Henri t' Sas een aantal malen te ontmoeten. We hadden hem als het ware ‘geërfd’ van de toenmalige carnavalsvereniging ‘De Pomp’ toen ‘t Lestogenblik in 1962 het organiseren van carnaval overnam.

Henri t' Sas sprak op carnavalszondag tijdens het ‘droogleggen’ van de historische pomp op de Ginnekenmarkt altijd Prins carnaval van Breda toe. Hij deed dat met verve, op z'n Ginnekens en dat kon Breda in z'n zak steken. Als de carnavalstijd weer aanbrak viel mij de eer te beurt om Henri t' Sas daarvoor uit te nodigen. Ik bezocht hem dan in zijn huis aan de Ulvenhoutselaan 9. Dat werd dan meestal een avondvullend bezoek. Na door zijn vrouw, een lieftallige dame, te zijn binnengelaten en de normale plichtplegingen als een kopje koffie en een ‘hoe gaat het er mee’, ging Henri t'Sas aan het vertellen. Hij voerde je in gedachte mee naar het Ginneken van vroeger. Zijn manier van vertellen was zo beeldend en boeiend, dat je de Ginnekense paardentram door de Ulvenhoutselaan zag rijden en bekende dorpsfiguren hun schelmenstreken zag uitvoeren.

Hij begon dat in1962 zijn toespraak met: ‘Breda dat bij het Ginneken ligt...’

Tijdens één van die gesprekken bood Henri t’ Sas mij aan om voor het Ginneken een klank- en lichtspel te schrijven. Ik schrok mij wezenloos! Wat moesten we als jonge organisatie met een klank- en lichtspel? Dat kregen we nooit georganiseerd. Beleefd wimpelde ik het aanbod dan ook af en heb daar achteraf veel spijt van. Op het eind van de avond zegde Henri t'Sas altijd toe te zullen komen speechen en Breda weer eens goed het jak te zullen uitvegen. Dat was toen niet zo moeilijk want de annexatie lag bij iedereen nog vers in het geheugen. Hij begon dat jaar (1962) zijn toespraak met: "Breda dat bij het Ginneken ligt. ..". Mijn taak was het er zorg voor te dragen dat onze beroemde gast veilig op en van het podium kwam, hij was toen 85 jaar. Over de pomp op de Ginnekenmarkt schreef Henri t'Sas het volgende versje: “Ik staai ier nou al jaren waterloos, verslagen deur 'n kopere kraantje. 'Nne slinger die nie gaat, 'nne teut die nie mer gift: Ik mopper nie, maar 't is me toch 'n erebaantje.- Wim siegmund.