Tijdens de kermis was snoepwinkel de ‘Katjang’ jaren lang hèt belangrijkste adres in het Ginneken.



1. Lenie [l] en An Vermeeren vlak voordat snoepwinkel de Katjang in de Raadhuisstraat werd gesloten.
(2) Lenie Vermeeren van vroeger snoepwinkel de Katjang vervolgde haar verhaal met: “Vroeger mochten snoepzaken in het Ginneken op zondag een paar uur open zijn. Maar alleen die het dichtst bij de kerk en bij het ziekenhuis waren gevestigd. “In de Raadhuisstraat zaten we bijna met onze voeten in het wijwatervat van de Laurentiuskerk en met ons hoofd in het Laurensziekenhuis. We zaten er net tussenin. Daarom mochten we iedere zondag vier uur open zijn en wel van twaalf tot vier uur”.

“In ieder geval tot de annexatie van Ginneken in 1942”. Toen telden de Bredase regels. Ineens mocht het niet meer, maar we gingen er gewoon mee door. Iemand van de Katjang uit de binnenstad had ons aangegeven. Ze konden het niet goed hebben dat we indertijd voor onszelf waren begonnen en dat het zo goed ging. Met de kermis in Ginneken was het altijd heel gezellig. Er waren nooit problemen. Er kon wel eens iemand binnen komen die behoorlijk dronken was, maar die waren nooit echt vervelend”.

In het souterrain waren wijnkelders van de wijnboer die er eerst woonde...

“We gingen gerust 's nachts om één uur naar huis met ons geldkistje onder de arm. Ik zou dat nu niet meer durven”, vertelde Lenie Vermeeren in 1986. Zij was vijf jaar toen ze in de Postlaan kwam wonen. Het huis Postlaan 12 waar ze bijna heel haar leven heeft gewoond, vormde met nummer 14 één geheel. Haar vader heeft er twee huizen van laten maken. Beneden in het souterrain waren wijnkelders van de wijnboer die er eerst woonde. Voor het huis was een veranda met openslaande deuren. Omdat die de kamer erg donker maakte is de veranda later gesloopt. “Vanaf ons huis tot helemaal op de hoek van de Postlaan en de Dillenburgstraat was een grote moestuin van juffrouw Rietveld”, vertelt Lenie Vermeeren terugkijkend naar haar jeugd. “Als het vakantie was kwam juffrouw Rietveld met haar broers, een ervan was onderwijzer, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in haar tuin werken”.

“Je kon haar dan zien fietsen met van die lange rokken, een mand voorop met planten, bloemen en groenten, een mand achterop en daarbij nog tassen aan haar stuur. Ze kreeg 's morgens koffie van de moeder van Lenie Vermeeren en 's middags thee. Juffrouw Rietveld vond dat geweldig. Dat ging dan over de schutting heen. Aan het eind van de Postlaan aan de kant van de Dillenburgstraat stond een urinoir. Een ‘pisbak’ zeiden ze toen. Daarachter stond vaak een agent. Je mocht vroeger niet fietsen in de Postlaan. AI stond je maar op je trapper, dan kwam de agent te voorschijn en kreeg je een bon”. Lenie Vermeeren vertelde uitgebreid over haar broer André. Hij was de organist van de Sacramentskerk en speelde ook viool en piano. Ze kwam nog steeds mensen tegen die vertelden dat, als ze vroeger door de Postlaan liepen, ze altijd mooie muziek hoorden klinken”.

Met de auto van Charles Brauers zijn we naar Notsel in België gereden...

”André gaf thuis piano- en vioolles”, aldus Lenie Vermeeren. “Ik speel ook piano, maar ik heb nooit les van hem gehad. Hij had daar geen tijd voor. Hij was muziekleraar aan het lyceum en aan de muziekschool en ook nog organist. Hij had diverse koren en gaf thuis ook nog les. Een erg druk leven was het. Zijn boterhammen sneden wij altijd in stukjes voor hem, zodat hij ze alleen maar in zijn mond hoefde te steken. Onze André had het altijd druk. 's Avonds speelde hij ook nog in het lof in de Sacramentskerk. Toen onze André trouwde was het ineens erg stil in huis. Mijn moeder had de meeste heimwee. Ik kreeg de sleutel van zijn huis en als hij weg was ging ik daar piano spelen. Ik deed het zo graag. Op een keer zei hij, als ik uit het ziekenhuis kom zal ik jou eens echt les gaan geven. Maar hij is niet meer uit het ziekenhuis gekomen. Hij was nog maar eenendertig jaar toen hij is overleden".

Over de Tweede Wereldoorlog raakt Lenie Vermeeren niet uitgepraat. "We moesten in 1940 vluchten, want Ginneken zou gebombardeerd worden. Iedereen sloeg op de vlucht. Alleen burgemeester Serraris en Charles Brauers van het café op de Ginnekenmarkt en wij waren er nog. Dat wij thuis bleven was, omdat mijn moeder bijna niet kon lopen. Wij waren gaan vragen of we in het Laurensziekenhuis mochten komen, om daar in de kelder te schuilen. Maar die zat al propvol. Toen zijn we met de auto van Charles Brauers naar Ulvenhout en van daaruit naar Notsel in België gereden. We waren er een paar dagen toen we een bekende tegen kwamen die zei dat we gerust weer naar het Ginneken terug konden gaan. Alles was veilig en alle bewoners van de Postlaan waren weer terug. Mijn moeder had in een schuur bij een boer vier dagen op de grond gezeten met een open been, dus die wilde wel. Toen we in de Postlaan aankwamen was er nog niemand terug”.

Ons huis zat helemaal vol met Duitsers, op een kast lagen hun geweren…

“Toen we weer thuis in de Postlaan waren deed mijn moeder al haar sieraden af. Toen werd er ineens geschoten en kwamen er moffen de kamer binnengelopen. Weg, weg, riepen ze, Fransen, Fransen. We vluchtten het souterrain in. Toen het weer wat rustiger was geworden, ben ik naar het Laurensziekenhuis gelopen om nog eens te vragen of we er mochten schuilen. De pastoor was er ook en die hoorde mij. Onze Dré was toen net drie maanden dood. De pastoor zei: ‘Voor de moeder van André Vermeeren is er altijd plaats’. Ik ben toen naar huis gerend om mijn moeder te halen. Later ging ik weer terug voor wat spullen, toen zat ons huis ineens helemaal vol met Duitsers. Er zat er een met een geweer voor de deur op de trap. Onze An en ik durfden er niet langs. Een meneer die ook in het ziekenhuis was is toen met ons meegegaan. De Duitsers hadden hun geweren op een kast gelegd en er lag een grote landkaart op tafel”.

“We zochten de sieraden van mijn moeder, maar een Duitsers zei dat een Hollander alles had meegenomen. Wij zijn toen nog drie weken in het ziekenhuis gebleven. In die weken is er veel vernield in ons huis. De gordijnen hingen aan flarden toen we terugkwamen". In november 1975 zijn de dames Vermeeren gestopt met de Katjang. Zus An werd toen 65 jaar. Lenie Vermeeren herinnert het zich nog als de dag van gisteren. "Op het laatst raakte de winkel helemaal leeg. We vulden niets meer bij natuurlijk. Ik had alleen nog maar vier flessen rangzuurtjes. Die week had in de krant gestaan dat we zouden gaan sluiten. Op zaterdag, de laatste dag dat we open waren, stonden de mensen al voor de winkel te wachten toen we 's morgens aankwamen. Ze kwamen vanuit heel Breda. Allemaal mensen die in het Ginneken gewoond hadden. We zeiden dat we alleen nog maar zuurtjes hadden. Maar dat gaf niets, ze wilden allemaal zuurtjes kopen”.

Lenie Vermeeren verhuisde met haar piano naar Huize de Werve…

“Toen we ineens de hele dag thuis zaten, was dat toch wel een hele overgang. In mijn dromen heb ik nog veel nachten snoep staan wegen. Voor ons An was het wel fijn, zij kon op het laatst erg moeilijk lopen. Ik had er wel moeite mee". Het duurde niet lang of de Katjang werd bij café Brauers getrokken. Dat was later ook het geval met het naastgelegen melkwinkeltje en op de Ginnekenmarkt met het sigarenwinkeltje van Van der Brand. De trend van de grote horeca-uitbreidingen in het centrum van Ginneken was ingezet. An Vermeeren is toen overleden en Lenie verhuisde naar een aanleunwoning van Huize de Werve. De piano waaraan ze zeer gehecht was, heeft ze meegenomen. Op 30 mei 2006 is Lenie Vermeeren op 94-jarige leeftijd overleden. Uit het Ginneken, waar ze vanaf haar vijfde jaar heeft gewoond, is ze nooit weggeweest. Op de Ginnekense begraafplaats aan de Vogelenzanglaan vond ze bij haar twee zussen een laatste rustplaats. Ineke Coremans/Wim Siegmund.

2. De Katjang naast het Ginnekense raadhuis met rechts daarvan het melkwinkeltje. De winkeltjes werden na het sluiten van de Katjang 1975 bij café Brauers getrokken.
3. De Postlaan werd volgebouwd met nieuwe huizen.
4. De familie Vermeeren woonde in het huis in de Postlaan 14.
5. Het interieur van snoepwinkel de Katjang is ook nu nog te zien in museum ‘Paulus’ in Ulvenhout met Lenie Vermeeren (l) en Jan van der Westerlaken.
6. Tante Lenie woonde nog vele jaren in Huize de Werve, ze overleed daar op 94-jarige leeftijd.