Een militaire stafkaart van de vroegere gemeente ‘Ginneken en Bavel’ hing tot 1997 in Ulvenhout.



U zult het allemaal al weten: Breda is economisch en strategisch een knooppunt tussen België en Noord-Nederland. Dat was ook de reden dat de stad in vroeger dagen omgord was door zware vestingwerken, de Oranjes er een kasteel hadden en er eeuwenlang behoorlijk wat militairen gelegerd waren. Dat laatste is trouwens nog steeds het geval, ondanks dat er de laatste jaren hoe langer hoe meer kazernes aan de ‘actieve dienst’ werden onttrokken.

De 'parel van het zuiden', zoals Breda in haar volkslied ook wel wordt genoemd, is er altijd prat gegaan op het feit dat zij als een grote garnizoensstad werd aangeduid. Dat bevordert de nijverheid en brengt geld in het laatje, waren de achterliggende motieven. Ook nu nog kenmerken verschillende kazernes met de Koninklijke Militaire Academie mede het beeld van Breda. Alleen de kleurige parades in het centrum van de stad horen tot het verleden, zijn in zekere zin uit de gratie geraakt binnen het huidige denken over militaire zaken.

De inwoners van Breda zaten dan binnen de muren als ratten in de val…

Die vestingwerken of wallen (zie afbeelding) omgordden tot 1890 de stad. Het waren hoge dikke stenen muren met een gracht er om, waar vanaf de vijand onder vuur genomen kon worden. In diverse richtingen waren er af te sluiten stadspoorten. Dat alles gaf de Bredanaars een gevoel redelijk beschermd te zijn. Dat mag ook weer niet al te letterlijk worden genomen, want als Breda door een sterke troepenmacht werd belegerd en beschoten of de vijand probeerde het Bredase verzet door uithongering te breken, dan zat men 'als ratten in de val'. Verschillende periodes in de geschiedenis verhalen dat. Daar stond tegenover, dat de inwoners van de omliggende dorpen Ginneken en Princenhage die niet door vestingwerken werden beschermd, in dergelijke kommervolle tijden veel te verduren hadden.

De daar gelegerde vijandelijke troepen of in oorlogstijd rondtrekkend gespuis veroorzaakten veel onrust en ellende. Oorlogen, zo weten we, hebben nooit iets goeds gebracht voor het 'gewone volk', waar ook ter wereld. Maar laten we ons hier beperken tot de vestingwerken van Breda, de dikke stenen muren die aan de hoofdwegen doorgankelijk waren via af te sluiten stadspoorten De Ginnekenpoort was er zo een en was gelegen waar men nu het Van Coothplein aantreft. Het plein kreeg in 1892 die naam, daarvoor droeg het de naam het 'Wapenplein'. Via een zandweg bereikte men het dorp Ginneken en alles wat daar achter lag. Het was in die tijd ook de verbindingsweg met België, dat tot 1838 deel uitmaakte van Nederland.

Ook de Mark leverde het nodige water voor de Bredase stadsgracht…

Wie denkt dat een vijand die Breda wilde veroveren direct de wallen te lijf kon gaan, misrekent de 'grapjasserij' van de toenmalige Bredase strategen. Voor de verdedigingswallen, rondom de stad, was een gracht aangelegd waar eerst mee afgerekend moest worden. Water voor die gracht kwam van de Aa of Weerijs en de Turfvaart (samenkomend bij de Oranjeboom, ergens in de buurt van de Oranjeboomstraat). Ook De Mark leverde het nodige water. Na voor de verdedigingsgracht dienst te hebben gedaan, stroomde het water ten noorden van Breda door de Belcrumsche polder in het Hollandsch Diep. Vermeldt het Bredase volkslied ook de zinsnede dat Breda is gelegen: …'Waar samenstromen Mark en Aa'…, dan vond dat samenstromen indertijd plaats in de grachten van de Bredase vestingwerken.

Op de kaart staan ook gegevens over aanwezige beesten en karren…

Aan het afdammen van die watertoevoer om daarmee de stadsgracht droog te leggen, hoefde geen vijand te denken. Het zou de Bredase ommelanden onder water hebben gezet. Voor de militaire bevelhebbers was het toen ook uiterst belangrijk om te kunnen beschikken over goede en gedetailleerde kaarten, die de directe omgeving van Breda in beeld brachten. Ook over tal van andere topografische gegevens diende men te beschikken. Dat was indertijd geen kwestie van even een boekhandel binnen stappen of je te vervoegen bij de A.N.W.B. Wie bruikbare kaarten wilde hebben, diende zelf aan de slag te gaan met pen, inkt, papier en meetlat. Dat deed het Bredase militair gezag in die tijd dan ook met voortvarendheid. In de studieruimte van het gemeentehuis van Ulvenhout hing tot 1997 een dergelijke kaart.

Onder aan die kaart staat te lezen: 'Verkend en getekend in 1890 door den Generale Staf, Chef van de Staf der 2de Brigade, 1ste Divisie Infanterie'. De daarbij verbleekte handtekening is niet te ontcijferen. De tekenaar van de kaart is dus onbekend. Of de 'hoge Pieten' van de Generale Staf er rond 1890 hoogstpersoonlijk op uit zijn getrokken om de omgeving van Breda in kaart te brengen, mag genoegzaam betwijfeld worden. Daar zullen ze wel hun mannetjes voor hebben gehad. Ook niet belangrijk trouwens. Wie de kaart goed bekijkt moet wel tot de conclusie komen dat de vervaardiging ervan een immens karwei moet zijn geweest. Ieder paadje, perceeltje grond, watertje en andere topografische gegevens zijn gedetailleerd en in kleur weergegeven.

Gelijk met de voltooiing van de kaart was deze al weer sterk verouderd…

De kaart is een uniek stuk handwerk. De onderste rand van het papier is benut om er voor het militaire gezag belangrijke zaken op te sommen. Waar bevinden zich de boerderijen met paarden, trekossen, koebeesten, karren en in welke hoeveelheden. Belangrijke zaken ter confiscatie in tijden dat het erom ging spannen. Beschikbare beesten voor het vervoer of om te dienen voor proviand. Een bijgaand schema geeft u een duidelijk beeld van de stand van zaken destijds. Opmerkelijk is dat Breda binnen de verdedigingswallen behoorlijk wat agrarische bedrijvigheid kende, iets dat nu ten strengste verboden is. Hoe de schaalverdeling van de kaart moet worden gezien, wordt op een nu voor ons opmerkelijke wijze met kleine lettertjes aangeduid. "Schaal van 1: 25.000, 5000 Ellen of Een Uur gaans à 20 op de graad waarvan 400 op de Omtrek der Aarde".

Het zal indertijd klare taal zijn geweest voor de Generale Staf en 'worst' voor het militaire voetvolk. Hoeveel nut onze kaart indertijd heeft gehad is onbekend. Wel dat de Bredase vestingwerken rond de tijd dat de kaart gemaakt is, zijn afgebroken, geslecht is het juiste woord in die tijd. Gelijk met de voltooiing van de kaart was deze al weer sterk verouderd. Het ware wenselijk dat dit met het voeren van oorlogen ook het geval zou zijn geweest. Maar daarvoor vindt men steeds weer nieuwe motieven en 'verfijnde' technieken. Precies vijftig jaar na dato van onze kaart zou ook Breda en omgeving te maken krijgen met de ellende van de Tweede Wereldoorlog. Ook toen werden zaken als paarden en koebeesten door de vijand in beslag genomen. De tijden waren niet veranderd. Trouwens, ooit uw fiets teruggekregen?