Een straat in het Ginneken...



HOE BREDA DE BARONIELAAN IN 1808 IN HANDEN KREEG ZOU NU ZEKER LEIDEN TOT EEN GROTE PUBLIEKE REL…

We beginnen onze rubriek: “Een van de straten van het Ginneken” met de ontstaansgeschiedenis van de Baronielaan, tot 1 januari 1942 de westelijke grens van het Ginneken. Foto’s uit het archief van Jan Vissers stellen u mede in staat een duidelijk beeld te krijgen van de in oorsprong zeer deftige laan. Wat er in die tijd allemaal achter de schermen plaatsvond is minder beschaafd, maar leidde toen niet tot een publieke rel.

Het is precies 103 jaar geleden dat de Baronielaan werd aangelegd. Wie in dit verband het Bredase gemeentearchief bezoekt en vraagt naar de documenten over het ontstaan en de ontwikkelingen van de Baronielaan, krijgt binnen een paar minuten een kartonnen archiefdoos overgereikt. Met een zwarte viltstift staat er het nummer 775 op geschreven. Niemand van de dienstdoende ambtenaren raakt er in paniek of stelt lastige vragen. Waarom ook? De betreffende archiefdoos is er een van de vele honderden, waarin de gemeente Breda haar geschiedenis heeft opgeborgen.

Breda kwam verschrikkelijk in de nesten…

De dozen bevatten allemaal gebeurtenissen uit het verleden, die opgetekend voor het nageslacht worden bewaard. Wij zijn dat nageslacht, als je het tenminste hebt over o.a. de gebeurtenissen uit de vorige eeuw of vroeger. Aan de buitenkant van de archiefdoos is niet te zien, dat de inhoud gaat over een van de grootste twisten tussen (enerzijds) Breda en (anderzijds) Ginneken, Princenhage en Teteringen. Wie de betreffende documenten doorleest, komt al gauw onder de indruk van de problemen die Breda zich met het in het bezit krijgen van de Baronielaan op de hals haalde.

De inhoud van de betreffende documenten wordt zelfs spannend op het moment dat de Bredase 'vroede vaderen' (persoonlijk) een fortuin dreigden te verliezen aan het 'Baronielaan-avontuur'. In het geheim werd er dan ook danig 'gesjoemeld' om aan die dreiging te ontkomen. We schrijven het jaar 1897. Om de zaak goed te kunnen overzien, dient u ter plekke enigszins op de hoogte te zijn van vroegere gemeentegrenzen. Van de 'Boulevard Mastbosch' (pas in 1905 ontstaat de naam 'Baronielaan') hoorde geen vierkante centimeter tot het grondgebied van Breda.

Een laan voor de zeer gegoeden…

Het eerste stuk van de Baronielaan (zeg voor het gemak van de Wilhelminastraat tot de zuidelijke rondweg) viel onder Teteringen, het resterende stuk deels onder de gemeente Ginneken en Bavel en de gemeente Princenhage. In 1897 werd de toen als landweg te karakteriseren doorgangsroute en de aanpalende gronden particulier opgekocht door de Bredasche Bouwgrond Maatschappij. De maatschappij was een heuse projectontwikkelaar met grote plannen voor het gebied. Een zekere heer G. Soeter zwaaide er de scepter.
Er werd een (toen nog) moderne grindweg aangelegd, de aanpalende grond werd bouwrijp gemaakt, inclusief het aanleggen van rioleringen en aansluitingen voor gas, water en elektra. Percelen grond werden te koop aangeboden om er huizen op te bouwen. Herenhuizen wel te verstaan. Het waren dan ook alleen maar de 'zeer gegoeden' die er hun woonst kozen en mijnheer Soeter en de Bredasche Bouwgrond Maatschappij voeren er wel bij. In 1908 was nagenoeg driekwart van de bouwgrond verkocht en lag de nu zogeheten Baronielaan er statig en deftig bij. Daarmee zaten des Soeters taak en ambities er eigenlijk op, want wat overbleef was de weg zelf en daar viel geen droog brood aan te verdienen. Kostte zelfs geld voor onderhoud.

De heer Soeter rook opnieuw grof geld…

De heer Soeter met zijn Bredasche Bouwgrond Maatschappij, zo mag uit de Bredase archiefstukken worden afgeleid, nam contact op met de gemeentes Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen. Of ze de weg niet wilden overnemen. 'Om niet', voor niets dus, met de 'lusten en de lasten'. Daar had men wel oren naar, de nodige onderhandelingen kwamen op gang. Op dat moment verscheen Breda op het (zeg maar gerust) strijdtoneel. Zou ze de Baronielaan wellicht, zonder een grenswijziging, aan haar grondgebied kunnen toevoegen door de aankoop daarvan in privaatrechtelijke zin? Er werd danig met 'de beurs' gerammeld. De Bredasche Bouwgrond Maatschappij rook opnieuw grof geld en vroeg 30.000 gulden voor het boeltje.
Het toenmalige Bredase college van burgemeester en wethouders bood 20.000 gulden. Valt er voor zo'n bedrag aan de dag van vandaag amper een garage weg te zetten, in die dagen kon men er met gemak 'stil van gaan leven'. Dat is het uiteindelijke doel van alle projectontwikkelaars en ongetwijfeld ook dat van de toenmalige heer Soeter. Eind 1908 waren het Bredase college en de Bredasche Bouwgrond Maatschappij (heer Soeter dus) het met elkaar eens. Op 20 november van dat jaar werd aan de Bredase gemeenteraad voorgesteld de Baronielaan en het Engelbert van Nassauplein voor 25.000 gulden over te nemen, kosten koper.

Het Ginneken was toen verschrikkelijk boos…

Als argumenten voor de koop werd de Bredase gemeenteraad onder andere voorgehouden dat Breda haar groei en bloei voor een aanzienlijk deel te danken had aan het nabij gelegen 'Mastbosch' en dat er aan de bewoners van de Baronielaan, behorende tot de gegoede stand, door Breda al gas en water werd geleverd. De Bredase gemeenteraad ging na één week akkoord met het voorstel. Drie maanden later, 25 februari 1909, zou ook Gedeputeerde Staten van Noord–Brabant haar fiat voor de koop geven. Er kon dus een afspraak met de notaris worden gemaakt.
Ondertussen wandelde de Bredase 'goegemeente' des zondags over de Baronielaan naar het 'Mastbosch' om daar wat aangename en gezonde uurtjes door te brengen. Van de perikelen achter de schermen wist men hoegenaamd niets. Dat de gemeentebesturen van Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen des duivels waren toen ze achter de deal kwamen, laat zich makkelijk raden. Terwijl ze nog in onderhandeling waren met de Bredasche Bouwgrond Maatschappij, waren de betreffende stukken van hun grondgebied verkwanseld aan erfvijand Breda.

De koningin stak er haar scepter, dus een stokje voor…

Dat werd niet genomen! De koppen werden bij elkaar gestoken. Dat resulteerde op 17 februari 1909 in een beroepsprocedure bij 'De Kroon' met het verzoek het Bredase raadsbesluit tot aankoop van de Baronielaan te vernietigen. Ongetwijfeld tot grote schrik van Breda gebeurde dat ook. Onder het briefhoofd: 'Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.', viel op 4 augustus 1909 de brief zwaar op de Bredase deurmat van het stadhuis op de Grote Markt. Koud en kil werd meegedeeld dat 'het handeltje' niet door kon gaan. 'Om het algemeen belang', luidde de boodschap.

Verder lezend en ietwat vrijpostig vertaald, deelt Koningin Wilhelmina mee, dat Breda dient af te blijven van het grondgebied van de omliggende gemeentes en dat van de gebezigde rare constructie alleen maar ruzie kan komen. Dat dient te worden voorkomen, zo luidde de boodschap van de Koningin. Breda zat met de koninklijke uitspraak danig in de nesten. Vermag het staatshoofd overheidsbeslissingen te vernietigen, dus terug te draaien, anders is het daar waar partijen bij de notaris zijn geweest en een officiële koop hebben gesloten. Daar hangt men aan vast, dus ook hier. Breda had verzuimd een ontsnappingsclausule in het contract in te bouwen.

Meen draaide een vreemde constructie in elkaar…

De (Baronielaan)koop kon juridisch niet meer ongedaan worden gemaakt. Vooral niet omdat de heer Soeter minzaam liet weten daaraan niet “langs minnelijken weg” te zullen meewerken. De eerste Bredase (termijn)betaling had hij al in zijn zak, de volgende zou weldra dienen te volgen. Dan had Breda toch haar zin, zullen pientere lezers opmerken. Nou vergeet dat maar! Met het vernietigen van het Bredase raadsbesluit mochten de voor de aankoop van de Baronielaan nodige 25.000 gulden ook niet worden uitgegeven en.... Soeter had daar al een deel van in zijn zak. Als “geheim” gekwalificeerde stukken in het archief spreken over juridische adviezen die werden ingewonnen. Zou het helemaal fout lopen, dan zouden de Bredase burgemeester en wethouders wel eens persoonlijk kunnen gaan opdraaien voor die 25.000 piek en dat stemde niet tot grote blijdschap in het Bredase stadhuis.

Eén geheim stuk, met als briefhoofd 'Gemeente Advocaat', met de plaatsnaam Amsterdam en verder zonder naam, doet een mogelijke oplossing aan de hand. De bestemming van de 25.000 gulden voor de Baronielaan uit de Bredase gemeentekas zou in twee bedragen dienen te worden gesplitst. Voor het kopen van de grondrenten f 24.000, met een jaarlijkse opbrengst van een paar duizend gulden, en het restant ( f 1.000,-) voor het kopen van de weg zelf. Die zou door een zekere 'mijnheer X' (het lijkt wel een James Bondverhaal) gekocht kunnen worden die haar later aan de gemeente Breda cadeau zou kunnen doen. Met deze constructie zou ook voldaan worden, aldus het advies, aan het zwaar op de maag liggende Koninklijk besluit. Verder, zo wordt gemeld, dienen de gemeenteraad en de wellicht enige lachende derde (Soeter), met deze constructie in te stemmen.

De Baronielaan werd een speerpunt bij de annexatie...

Over het verdere verloop van de zaak waren geen stukken in het Bredase archief terug te vinden. Maar wie een beetje op de hoogte is van de Bredase geschiedenis weet, dat de in Breda wonende heer J. IngenHousz. rond 1909 de Baronielaan heeft gekocht en deze in 1918 aan Breda heeft geschonken. Het heeft er misschien niets mee te maken, maar in 1908 krijgt een plein in Breda dezelfde familienaam. Voor alle duidelijkheid, het toen geregelde bezit van de Baronielaan betreft in privaatrechtelijke zin. Bestuurlijk behoorde de laan nog steed tot het grondgebied van de gemeentes Ginneken en Bavel, Teteringen en Princenhage. Binnen de latere annexatiestrijd, in 1927 en 1942, zou met name de Baronielaan mede dienen als speerpunt van Breda om het Ginneken te annexeren. Dat werd in 1942 met succes voor Breda afgerond Op dat ogenblik mocht Breda zich pas in de juiste betekenis van het woord 'eigenaar' van de vroegere 'Boulevard Mastbosch' noemen.