Je kunt als Ginneken wel een Baron laten komen, maar eens moet hij weer weg en als het kan in stijl



Ik heb u al eens eerder verteld dat mij in 1967 de eer te beurt viel om de geschiedenis van de Baron van het Ginneken te schrijven die het, wat wij toen noemden het ‘profanum vulgus’ (het gewone volk), voor zou gaan in het jaarlijkse carnavalsfeest. Het werd een doorslaand succes! In 1624 dook ‘Charles le Dernierre du Moment’ plotseling weer in het Ginneken op en zette daar het dorp jaren lang met grote feesten en partijen op stelten die Schout en Schepenen tot wanhoop dreven.

Gerard van Herpen van toen nog Dagblad De Stem weidde er een halve pagina aan. Het verhaal was ook de toenmalige Bredase stadsarchivaris Brekelmans opgevallen. ‘Heel interessant’ vertelde hij mij toen ik hem ontmoette. Ik had de zeer populaire pretbaron, die door het profanum vulgus ‘Ome Karel’ werd genoemd, na weken van studie zodanig in de Ginnekense geschiedenis geplaatst, dat de stadsarchivaris niet kon aantonen dat hij niet had bestaan.

Het verhaal werd met grote ijver voortreffelijk op de planken gezet…

Het verhaal en de geschiedenis van ’t Lestogenblik staan in het boek ‘De gouden eeuwen van het Ginneken’ > klik hier <. Twee maal is het verhaal in boekvorm uitgegeven, door ’t Lestogenblik zelf en in 1996 door Stichting Annex-50. Bij kantoorvakhandel Vives, Ginnekenweg 53 betaalt u € 7,50 per exemplaar. Antiquariaat Carpinus in Bussem rekent er 31,58 US dollar voor. Het succes was dus groot, je zou er bijna van naast je schoenen gaan lopen. Dat werd voorkomen door mijn nooit aflatende levenshoudingen: ‘alles voor het Ginneken’ en het feit dat ’t Lestogenblik in mijn tijd beschikte over een grote groep (bestuurs)leden die mijn verhaal voortreffelijk op de planken wist te zetten. Dat gebeurde vooral op de Ginnekenmarkt en in de Ginnekense cafés. Zelf heb ik van 1968 tot en met 1983, dus vijftien jaar, als Grootvizier zes Ginnekense Baronnen begeleid. Geen makkelijke opdracht kan ik u vertellen.

Het begon in 1968 allemaal met Baron Jean Bernard van den Bilt le Dernièrre du Moment. Het Ginnekense Baronale hof zou eerst in het Ginneken en later zelfs nationaal groot opzien baren. Met zijn hofkapel voorop en zijn hof om zich heen flaneert Mijnheer de Baron net als zijn grote voorvader Charles le Dernierre du Moment weer door het Ginneken. Drie jaar lang gaat hij het Ginneken voor tijdens carnaval. Dan wordt een portret van hem geschilderd dat wordt opgenomen in de ‘Baronale Heldengalerij’ die sinds kort in de achterzaal van café Victoria in de Prins Hendrikstraat is tentoongesteld. Mijnheer de Baron zelf wordt op carnavalsdinsdag in een plechtige stoet naar de Ginnekenmarkt gebracht en in een container gekieperd. Adel of geen adel, je moet op een gegeven moment toch van hem af nietwaar? Als Grootvizier moest ik indertijd bij een Baron een passend einde verzinnen.

Het Ginneken moest eerst nog wennen aan de Baronale Heldengalerij…

Het idee voor de Baronale Heldengalerij werd mij in de schoot geworpen in een druk beklante kroeg op het Frijthof in Maastricht. Op een lange rij hingen daar de foto’s van elkaar opvolgende prinsen carnaval van de buurt. In het Ginneken werden het geschilderde portretten, in mijn tijd vervaardigd door de kunstschilder Alphons de Vries uit Den Haag. Het Ginneken moest de eerste jaren nog wennen aan de Baronale Heldengalerij die om te beginnen eerst ruim vijftien jaar permanent in het café van Jan en Dien Brauers op de Ginnekenmarkt aan de muur heeft gehangen. Maar ook ’t Lestogenblik zelf moest eerst worden overgehaald om aan deze bijzondere en dure carnavalsuitspatting mee te doen. Ook het idee voor de plechtige begrafenis van Mijnheer de Baron op carnavalsdinsdag is mij in zekere zin aangereikt. Het was jaren terug traditie, niet alleen in het Ginneken, dat de penningmeester van een carnavalsvereniging op de vastenavond op een ladder werd gelegd en zingend werd rondgedragen. Het geld was toch op, dus de man kon dus het best worden afgevoerd.

In het Ginneken werd dat een doordachte ‘begrafenisstoet’, gebaseerd op veel mitsen en maren. De toeschouwers moeten vanuit een zeer opgewekte stemming worden teruggebracht naar een zeker verdriet, spijt en rouw dat carnaval voorbij is en Mijnheer de Baron is heengegaan. Dat is een flinke opdracht want veel toeschouwers en figuranten hebben een flinke slok op. Om een dergelijke stemming op te wekken wordt de straatverlichting langs de route gedoofd, de klok van Laurentiuskerk geluid en dragen zoveel mogelijk figuranten in de stoet (inclusief de meelopende ‘pietjes de dood’) afzichtelijke maskers. Na de plechtigheid op de Ginnekenmarkt en de kreet ‘Le baron est mort, vive le Baron’ hadden alle aanwezige carnavalskapellen de opdracht hun meest vlotte carnavalslied in te zetten en over de Ginnekenmarkt te marcheren. Het publiek wordt dan abrupt vanuit hun downstemming in de carnavalssfeer teruggebracht, weet zich geen houding te geven en gaat meedansen.

“Ik weet het niet, ik voel me er zo raar bij”, kreeg slager Piet als antwoord…

De ‘plechtige begrafenis’ van een Baron op die wijze te laten verlopen vergt heel veel tijd en voorbereiding van hen die het evenement organiseren en begeleiden. Door hen kan pas na afloop weer een flinke pint worden gedronken. Een kennis van de inmiddels overleden Piet van de Broek, van slagerij Wapi naast café ‘Ome Jan’, had jaren geleden een kennis uitgenodigd om vanuit een raam van het woonhuis boven de slagerij de stoet te bekijken. “En hoe vond je het?”, vroeg Piet na afloop. “Ik weet het niet, ik voel me er zo raar bij”, kreeg hij als antwoord. Het is het grootste compliment dat we konden krijgen. De traditie van carnaval is vooral het feestvierende publiek zoveel mogelijk voor de gek houden. Daar slaagt het Ginnekense ’t Lestogenblik zeker in met onder andere Mijnheer de Baron, zijn plechtige begrafenis op de Vastenavond en de Baronale Heldengalerij, ook al moet de vormgeving hier en daar flink worden bijgeschaafd.

Zoals gezegd hangt de ‘Baronale Heldengalerij’ sinds vorige week in de achterzaal van café Victoria in de Prins Hendrikstraat. Stap er eens binnen en bewonder de portretten van de Baronnen die het Ginnekens carnaval vanaf 1968 zijn voorgegaan.