Toen het CDA Bestek ’81 uitgaf legde de Baronale hofkok direct zijn pollepel neer en ging in staking.



Het hofpersoneel is dagelijks zo intensief voor Mijnheer de Baron bezig, dat zaken buiten het hof vaak aan de aandacht ontsnappen. Toen het CDA in het jaar 1981 haar verkiezingsprogramma Bestek '81 uitgaf, leidde dat aan het Baronale hof tot een ongekend ernstig incident met hofkok Antoine de Bouillon. Wat geheim had moeten blijven is toen als een bom naar buiten gebarsten. Notabelen aan het Baronale hof die waren belast met de huishouding, liepen er knarsetandend rond.

Als door de pers telefonisch om inlichtingen werd gevraagd, gooide men direct de hoorn op de haak. Inlichtingen proberen te krijgen aan het Baronale hof zelf, dat verblijft rond de carnavalstijd altijd in kasteel Bouvigne, kon helemaal vergeten worden. Het onderwerp was taboe verklaard en bij opdringerigheid door de pers werd direct krachtig door de Baronale Garde ingegrepen.

Staken was in de jaren tachtig niet iets om wakker van te liggen...

Nu was in die dagen een staking niet iets om wakker van te liggen. Het behoorde toen net als eten en drinken tot het dagelijkse leefpatroon. Pas later maakte de barricade steeds vaker plaats voor de onderhandelingstafel. De 'hermandad' hield zich indertijd verre van dergelijke arbeidsgeschillen. “Vanwaar dan deze grote ontsteltenis aan het Baronale hof”, zult u zich afvragen. Dat is heel eenvoudig. Mag tegenwoordig 'democratie' als een recht zijn ingeworteld binnen onze samenleving, inspraak er bij velen ingaan als zoete koek, aan het Baronale hof moeten dergelijke zaken nog worden uitgevonden. Laat staan dat Mijnheer de Baron enig begrip zou kunnen opbrengen voor het neerleggen van het werk om bepaalde wensen op te eisen of kracht bij te zetten. Wat Mijnheer de Baron zegt en decreteert is wet en wél gedaan.

Wie daaraan tornt, wordt meteen over de slotbrug geknikkerd samen met zijn schamele privé-spulletjes. En met recht, zo mag gesteld worden. Want waar gaan we anders naar toe in deze wereld? Toch had het stakingsfenomeen in 1981 toegeslagen. Niemand minder dan hofkok Antoine de Bouillon had abrupt zijn werk neergelegd. Zijn pollepel er bij neergegooid en zijn koksmuts afgezet om het maar eens in vaktaal te zeggen. 'Buiten met die vent', zou de normale reactie zijn geweest en niemand zou er van geweten hebben. Maar in dit geval lag het anders. Hofkok Antoine de Bouillon kon er niet alleen op bogen te hebben gediend onder zes Baronnen, de Baronnen Jean, Antoine, Jaquet, Pierre en Louis, hij gold ook als een van de beste culinaire kunstenaars die op het continent te vinden was, voila. En laat ik u vertellen dat een aanzienlijk deel van Mijnheer Barons liefde ook door zijn maag gaat, zodat de werkplek van hofkok Antoine de Bouillon onberoerd is gebleven.

Alleen maar gehaktballen in plaats van reerug en hongerig van tafel...

Daar kwam nog bij dat de reden die door de hofkok werd opgegeven om niet langer in Barons kookpot te roeren, te subtiel was om verder van zijn al jarenlang gewaardeerde medewerking af te zien. Mocht Antoine de Bouillon kunnen bogen op het feit de beste kok te zijn die er te vinden was, zijn overige denken reikte niet veel verder dan zijn veel gehanteerde pollepel. Niet dat hij niet wilde, integendeel. Door in zijn vrije tijd lezen van stapels lectuur probeerde hij zich op de hoogte te houden van wat er zich buiten het Baronale hof afspeelde. In deze mag gesteld worden dat zijn beoordeling daarbij uiterst rechtlijnig was. Tijdens het lezen werd Antoine de Bouillon geconfronteerd met wat Bestek '81 met de samenleving van plan was. De club die het geschreven had, het CDA, kondigde aan dat er drastisch bezuinigd zou moeten worden. Zo las de hofkok door zijn aangeslagen bril, dat er zelfs ingeleverd moest worden. Men gebruikte daarbij de uitdrukking 'de buikriem aanhalen' en dat deed bij hem de deur dicht.

Die uitdrukking kende hofkok Antoine de Bouillon en alles wat hij verder nog las over Bestek ‘81 werd door hem direct in de persoonlijke sfeer getrokken. Hem moeten daarbij de griezels over zijn rug zijn gelopen. Beelden doemden bij hem op als minder zout in de soep, iedere dag alleen maar gehaktballen in plaats van reerug en al dat lekkers en nog hongerig van tafel. Daarbij wilde ook nog het ongelukkige toeval dat het zilveren bestek van Mijnheer de Baron (met ander metaal wordt er aan het hof beslist niet gegeten) naast het keuringsmerk de toevoeging '81 kent. Hij was er nu vast van overtuigd dat Bestek '81 niets anders was dan een uitvinding van Barons rentmeester die door hofkok Anoine was geclassificeerd als zuurpruim die de natuurlijke drang in zich had met alles zuinig aan te willen doen. Hoe Antoine ook verteld werd dat het op het bestek prijkende '81 niets anders is dan een aanduiding van het jaar (1681) waarin het zilveren bestek voor het Baronale hof was gemaakt, de hofkok was niet meer op andere gedachten te brengen.

Het vervangen van het Baronale bestek zou zeker een vermogen kosten…

Ook niet met een uit de Baronale archieven opgediepte rekening van weleer, zegge: tweeduizenddrieëntwintig daalders, de kosten van het Baronale eetgerei. En van het CDA had de kok nog nooit gehoord. Of dat in hem te prijzen was, laten we buiten beschouwen. Antoine de Bouilion stelde met een ongekende felheid: “Eerst al het bestek de deur uit, anders snij ik zelfs geen boterhammen meer.” De zaak zat goed in het slop. Mijnheer de Baron wilde de uitmuntende hofkok niet kwijt. Het ergste was nog, vanuit Breda werd er al belangstelling voor hem getoond. Maar Mijnheer de Baron kon zich toch ook niet langer laten ringeloren. Het vervangen van het bestek zou zeker een vermogen kosten. Daar kwam nog bij dat Mijnheer de Baron zeer verknocht was aan dit familiezilverwerk. Kees Weterings, de toenmalige uitbater van café 'Regina' aan de Ginnekenweg 230, kwam met een oplossing voor het probleem. Hij nodigde Mijnheer de Baron met zijn notabelen uit om dagelijks bij hem aan te schuiven.

Het gerucht werd verspreid dat Mijnheer de Baron het te druk had om thuis (op kasteel Bouvigne) te komen eten, omdat hij nog veel moest regelen in het Ginneken. Ondertussen werd Antoine de Bouillon langs alle kanten onder druk gezet, met vriendelijke woorden en dreigende taal om zijn heilloze actie te staken. Of dit snel tot een oplossing zou leiden was nog de vraag. Met een pollepel in de hand liep de hofkok briesend door de keuken, iedereen bedreigend die maar een stap over de drempel wilde zetten. Nee, voor het Baronale hof is carnaval in 1981, dus bijna dertig jaar geleden, niet best begonnen.