Ze staan allemaal in een rijtje, de jaartallen van het Ginneken, vanaf de eerste vermelding anno 1246.



1. Ginneken heeft altijd een eigen gemeentewapen gehad.
Als u ook van de ‘oude stempel’ bent, dan weet u het nog wel. Vroeger op school tijdens de geschiedenisles was het vaak met heel de klas rijtjes jaartallen opdreunen met wat er in dat jaar had plaatsgevonden. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer, dat is niet meer van deze tijd. Dat de jeugd van vandaag vrijwel niets weet over wat vroeger plaatsvond en in welk jaar is genoegzaam bekend. Het is in ieder geval nog wel op te zoeken, ook de jaartallen van de Ginnekense geschiedenis.

Jan Schellekens, een van onze redactiemedewerkers, heeft dat voor u gedaan. We ‘dreunen’ hieronder een lange rij belangrijke Ginnekense jaartallen op met er achter in een paar woorden wat er toen gebeurd is. Het is de bedoeling dat we later op diverse van deze jaartallen terugkomen en er dan uitgebreid bij vertellen wat het Ginneken toen heeft meegemaakt. En dat is niet misselijk, vertellen we u op voorhand.

De oudste vermelding van de naam Ginneken stamt uit het jaar 1246…

Ginneken ligt dicht bij Breda dus beide geschiedenissen zijn nauw met elkaar verweven, maar toch niet helemaal. We noemen een voorbeeld. Als Breda werd belegerd trok het bestuur en de burgerij zich terug binnen de vesting, dus achter de dikke muren die om de stad waren opgetrokken. De vijand vond dan onderdak in en om het Ginneken. Het vee werd in beslag genomen om er de soldaten mee te voeden en die gingen, wel of niet beschonken, vaak over de schreef. Wat men in Breda en Ginneken mee maakte was ondanks die verbondenheid vaak compleet iets anders, maar was wel direct met elkaar verbonden. De oudste vermelding van de naam Ginneken stamt uit het jaar 1246, dus dat is al weer 763 jaar geleden. In 1252 krijgt Breda stadsrechten en kort er na werden de eerste muren (wallen) om de stad gebouwd om haar tegen de vijand te beschermen.

Bij het Ginneken hoorde ook Bavel en Ulvenhout. Het gebied was in het bezit van de abdij van Thorn. In 1261 werd toegestaan dat er in Ginneken en in Bavel een hulpkerk werden gebouwd. Van een eigen zelfstandige parochie was nog geen sprake. In 1280 werd het buitengebied IJpelaar geschonken aan de poorters van Breda. Vermelding van een watermolen aan de Molenley(gracht) dateert uit 1313. De molen stond bij de Zandberg (de Zandbergweg) en werd draaiende gehouden door het riviertje ‘t Leijke bij het Oranjeplein. Tot 1927 was ’t Leijke de grens tussen het Ginneken en Teteringen en van 1927 tot 1942 tussen Ginneken en Breda. Op 16 februari 1317 kregen Ginneken en van Bavel zelfstandige parochies en in oktober 1328 een eigen bestuur met een schout- en schepenbank. Peter van Ulvenhout pacht in 1333 bijna alle Thornse tiendklampen, een vorm van belasting die toen flink wat duiten in het laatje bracht.

Ginneken had veel te lijden van strooptochten door rondtrekkend gespuis…

De oudste bekende namen van schepenen in het Ginneken zijn die van de heren Werck en Kerkchoven. Maar laat ik hierna nog eens een ouderwetse riedel jaartallen noemen, allemaal Ginnekens. In 1344 der oudste vermelding van Paulus van Daesdonck, in 1474 van de kapel in Galder en in 1518 van de kapel in Strijbeek. Van 1510 tot 1518 werd het grootste deel van het Mastbosch aangelegd. In 1538 worden de Ginnekenstraat en de Ginneken Poort (Van Coothplein) aangelegd en in 1543 begint de Ginnekense schout Frederick van Wijngaerde aan zijn zware taak. In 1559 wordt de parochie Sint Laurentius bij bisdom Antwerpen ingedeeld. Daarvóór hoorde de parochie nog bij Luik. En wat te denken van het jaar 1573? De Geuzen vernielden toen veel huizen in het Ginneken en in 1577 plunderden de troepen van Hohenlo ons dorp en de hele omgeving. Tien jaar later (1591) vond een belegering van Breda plaats en had Ginneken veel te lijden van strooptochten van rondtrekkend gespuis.

Niet veel later (in 1603 en 1604) heerste er twee jaar lang in Ginneken de meest vreselijke ziekte: de pest. In 1611 wordt Michiel van den Eynde aangesteld als schout van Ginneken en begint Ridder Keermans met een grote verbouwing van kasteel Bouvigne. In het jaar 1613 wordt de Hervormde Gemeente te Ginneken opgericht en gaat tot 1641 samen met die in Chaam. Weer een rampjaar: in 1625 belegert Spinola Breda en omdat de toren van de St. Laurentiuskerk (bij de Ginnekenmarkt) als uitkijkpost wordt gebruikt, laten de Bredanaars haar opgeblazen. Het duurt tot 1630 voordat de kerk weer wordt herbouwd. Dat gebeurt door architect Lenaert Jansz van Os. Anthonis Cloostermans wordt in 1636 als Schout van het Ginneken aangesteld en hij krijgt het direct al druk, want amper een jaar later (1637) staat Prins Frederik voor de muren van Breda om de stad te belegeren. Dat is ook het jaar dat de watermolen op de Zandberg (Zandberglaan) tot de grond afbrandt.

De Ginnekenweg en de Ginnekenmarkt In 1682 met kinderkopjes bestraat…

In 1645 wordt het weer wat rustiger in het Ginneken en omgeving en neemt men de tijd om een verbindingsweg aan te leggen van het Mastbos naar het Liesbos (De Dreef). In 1648 pakken de hervormden in Ginneken de Laurentiuskerk bij de Ginnekenmarkt weer van de katholieken af, met als gevolg dat de toren van de kerk in brand werd gestoken. De in die tijd voortwoekerende godsdienstoorlog ontpopt zich in het Ginneken ook tot een ‘gebed zonder einde’. Van 1666 tot en met 1669 heerste er een grote pestepidemie in het Ginneken e.o. en van 1677 tot 1680 werd er veel hout in de Ginnekense bossen gekapt voor de vestingwerken van Breda. De Ginnekenweg en de Ginnekenmarkt werden In 1682 met keien, de bekende ‘kinderkopjes’, bestraat. Die hebben er tot ver in onze tijd nog gelegen. Mr. Abraham van Santvoort werd in 1729 tot Schout van het Ginneken benoemd, toen een baantje met grote aanzien.

Thomas Ernst van Goor noemt in zijn boek in 1744 Ginneken een ‘zeer vermakelyck dorp’. Ook het jaar 1790 had iets speciaals. Toen werd op de Ginnekenmarkt de ook nu nog aanwezig waterpomp geslagen. De datum staat op de pomp. In 1792 werd het Ginnekens raadhuis in de Raadhuisstraat gebouwd. De architect was indertijd Herman Huysen. In de tijd werden door Napoleon de gemeenteraden ingesteld. In 1794 werden in Ginneken dan ook vrije verkiezing gehouden en een ‘dorpsbestuur’ gekozen. De definitieve oprichting van de Gemeente Ginneken en Bavel was in 1814 en duurde tot de annexatie van het dorp Ginneken in 1942. Er kwam in 1814 dus ook een burgemeester. Dat werd burgemeester J.J. Middelaer die bijna dertig jaar, tot 1841, de gemeenteraad voorzat. De Laurentiusparochie in het Ginneken en de Laurentiusparochie in Ulvenhout, tot dan samen één parochie, werden zelfstandig.

In 1883 werd de Ginnekensche Tramweg Maatschappij opgericht…

In 1837 vond de wijding plaats van een katholieke noodkerk aan de Ginnekenweg, ongeveer daar waar nu de Laurentiuskerk staat. Na veel gekibbel en geruzie was de Laurentiuskerk bij de Ginnekenmarkt definitief in handen gekomen van de Ginnekense protestanten. In het jaar 1841 nam burgemeester Roelandus Buysen het bestuurlijke heft in handen en zou de gemeente tot in 1881 besturen. De eerste harmonie in het Ginneken werd in 1846 opgericht onder de naam Cecilia. Na een flinke ruzie vond er een splitsing plaats en zag harmonie Concordia in 1877 het levenslicht. Zes jaar eerder, in 1871, vestigden de ‘Zusters uit Etten’ zich in Ginneken en zouden daar tot in de jaren zeventig in de school aan de Ginnekenweg en in de Postlaan de Ginnekense meisjes onderrichten. In 1881 volgde Mr. W.H.E. Baron Van der Borch burgemeester Buysen op en zou die functie tot 1908 bekleden. Ook een belangrijk jaar was 1883, toen werd de Ginnekensche Tramweg Maatschappij opgericht.

Op 24 maart 1884 vond de eerste feestelijke rit plaats vanaf het station in Breda naar de Ginnekenmarkt. Er werd in die dagen ook heel wat gebouwd in het Ginneken. In 1897 verrees Hotel Mastbosch aan de Burgemeester Kerstenlaan en in 1891 het grote postkantoor aan de Ginnekenweg. In 1899 werd het Mastbos overgenomen door Staatsbosbeheer en werd mede tot een openbaar wandelpark gebombardeerd. Ook in 1899 kreeg het Ginneken telefoon. De particuliere maatschappij van de heer Ribbink zorgde daar toen voor. Vanaf 1901 liet Breda ook een paardentram rijden, die werd opgericht als ‘Maatschappij Boulevard-tramlijn’. Deze tram reed over de Boulevard (vanaf 1905 de Baronielaan) naar Hotel Mastbosch. Met de komst in 1904 van leidingwater en elektriciteit, de fabriek stond aan de Ulvenhoutselaan, beschikte Ginneken nog vóór Breda over deze twee belangrijke voorzieningen.

Op 31 december 1941 werd de gemeente Ginneken en Bavel ontbonden…

In 1908 werd burgemeester W.C.J. Pastoors benoemd en zou tot zijn plotselinge dood in 1916 Ginneken besturen. In 1910 opende het St. Laurentiusgesticht (later kreeg het de naam Laurensziekenhuis) aan de Ulvenhoutselaan haar deuren. De instelling was een schenking van freule De Grez-Mahie. Het dorp Ginneken breidt zich uit. In 1910 werden tussen de Ginnekenweg en rivier de Mark de huizen en straten gebouwd en aangelegd. Daarvoor werd de loop van de Mark gecorrigeerd, zeg maar rechtgetrokken. De laatste burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel, Jr. Mr. Th. E. Serraris, werd in 1916 benoemd. Hij zou de functie tot 1941 op een voortreffelijke manier invullen. Hij leidde ook de langdurige strijd tegen Breda om de annexatie van Ginneken te voorkomen. Op 31 december 1941 werd de gemeente Ginneken en Bavel ontbonden en nam Serraris afscheid van zijn mensen. Op 1 januari 1942 werd het dorp Ginneken bij Breda gevoegd. Van het resterende deel werd de gemeente Nieuw-Ginneken gevormd tot ook zij in 1997 door Breda werd ingelijfd.

2. Het hart van Ginneken is nog steeds de Ginnekenmarkt die in 1682 werd geplaveid.
3. Het Ginnekense raadhuis in de Raadhuisstraat werd in 1792 gebouwd voor o.a. de eerste gemeenteraad.
4. Foto van het leggen van de eerste steen eind achttienhonderd van de Laurentiuskerk aan de Ginnekenweg.
5. De oude pomp op de Ginnekenmarkt kwam er in 1790. Daar kon men water halen en een praatje maken.
6. In ieder geval tot 1904. Toen kreeg Ginneken nog vóór Breda elektriciteit en leidingwater. De fabriek stond (staat) aan de Ulvenhoutselaan. Op de foto ziet u ook de Ginnekense paardentram die vanaf 1883 ging rijden tussen Ginneken en Breda.
7. Van freule De Grez-Mahie kreeg Ginneken het Laurensziekenhuis .
8. Jr. Mr. Th. E. Serraris werd in 1916 de laatste burgemeester. Hij bond de strijd aan met Breda om de annexatie tegen te houden.
9. Toen Serraris werd geïnstalleerd, was het groot feest op de Ginnekenmarkt.